Hefboomkrachten en de momentenwet

Hefboomkrachten en de momentenwet

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je hefboomkrachten tekenen en de momentenwet toepassen.

Wat weet je al over het gebruik van hefbomen en de momentenwet?

Wat is een hefboom?

Een hefboom is een stijve balk of staaf die draait om een ​​vast punt, het draaipunt genaamd.

Soorten hefbomen

Er zijn drie soorten hefbomen: eerste klas, tweede klas en derde klas. Het verschil ligt in de positie van de inspanningskracht, het draaipunt en de weerstand.

Momentenwet

De momentenwet stelt dat het moment van de inspanningskracht gelijk is aan het moment van de weerstand. Het moment wordt berekend door de kracht te vermenigvuldigen met de afstand tot het draaipunt.

Hefboomkrachten tekenen

Om hefboomkrachten te tekenen, moet je de inspanningskracht, weerstand en draaipunt aangeven. Gebruik pijlen om de richting en grootte van de krachten aan te geven.

Toepassen van de momentenwet

Om de momentenwet toe te passen, bereken je eerst het moment van de inspanningskracht en het moment van de weerstand. Zorg ervoor dat de eenheden overeenkomen en vergelijk de momenten om te zien of de hefboom in evenwicht is.

Archimedes' principe

Archimedes' principe stelt dat een object dat geheel of gedeeltelijk in een vloeistof is ondergedompeld, een opwaartse kracht ervaart die gelijk is aan het gewicht van de verplaatste vloeistof.

Practicum

Voer een practicum uit waarbij studenten de momentenwet en Archimedes' principe toepassen om de balans en drijfvermogen te bepalen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.