In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Begrijpend lezen
Slide 1 - Tekstslide
Deze week:
Elke dag een les begrijpend lezen met als thema:
Monsters
Vandaag gaat het over:
Goden en Monsters
Slide 2 - Tekstslide
Er zijn bekende monsters zoals de draak of een weerwolf. Welke andere monsters ken jij nog meer?
Slide 3 - Open vraag
Opdracht:
Tekst: Goden en Monsters
Lees de EERSTE alinea
Schrijf voor jezelf in een paar woorden op waar deze alinea over gaat. Wat is het hoofdonderwerp?
Slide 4 - Tekstslide
Wat was het hoofdonderwerp van alinea 1?
A
De verschillende goden en monsters die bestaan
B
Er bestaan veel verschillende culturen op de wereld
C
Goden en monsters komen overal voor en hebben hun eigen verhalen en gewoontes
D
Goeden en monsters zijn allemaal hetzelfde over de hele wereld
Slide 5 - Quizvraag
Opdracht:
Tekst: Goden en Monsters
Lees de TWEEDE alinea
Schrijf voor jezelf in een paar woorden op waar deze alinea over gaat. Wat is het hoofdonderwerp?
Slide 6 - Tekstslide
Wat was het hoofdonderwerp van alinea 2?
A
Goden en monsters hebben vaak met elkaar te maken
B
De verschillen tussen alle goden en monsters
C
Eenogige cyclopen
D
Goden en monsters zijn vreemde wezens omdat ze bovennatuurlijk zijn
Slide 7 - Quizvraag
Opdracht:
Tekst: Goden en Monsters
Lees de DERDE alinea
Schrijf voor jezelf in een paar woorden op waar deze alinea over gaat. Wat is het hoofdonderwerp?
Slide 8 - Tekstslide
Wat was het hoofdonderwerp van alinea 3?
A
De overeenkomsten tussen goden en monsters
B
De verschillen tussen de goden en monsters
C
Uitleg wat monsters zijn
D
Uitleg wat goden zijn
Slide 9 - Quizvraag
Opdracht:
Tekst: Goden en Monsters
Lees de rest van de tekst
Slide 10 - Tekstslide
Vragen over de tekst
Beantwoord op de volgende pagina's de vragen over de tekst
Slide 11 - Tekstslide
In alinea 1 stelt de schrijver een vraag. Wat is het doel van deze vraag?
A
Zijn kennis delen
B
De lezer nieuwsgierig maken
C
De lezer overtuigen
D
Hij snapt er niet zo veel van
Slide 12 - Quizvraag
Welk monster verandert van vorm?
A
Gaia
B
Cycloop
C
Cerberus
D
Weerwolf
Slide 13 - Quizvraag
Noem een verschil tussen goden en monsters.
Slide 14 - Open vraag
Noem een overeenkomst tussen goden en monsters.
Slide 15 - Open vraag
Sleep het woord naar de juiste betekenis
met familiebanden
bestanddelen
manier waarop mensen met elkaar omgaan
macht
op afstand houden
boeiend
verpersoonlijken
wanorde
cultuur
fascinerend
afweren
chaos
verwant
elementen
belichamen
heerschappij
Slide 16 - Sleepvraag
Wat is leuker: een vampier of een spook?
Een spook want die is geestig.
Een man wil een kasteel kopen. Hij zegt tegen de kasteelheer: “Ik heb gehoord dat het hier spookt, is dat zo?”. Waarop de kasteelheer antwoordt: “wat een onzin. Als dat zo is dan zou ik het moeten weten. Ik woon hier tenslotte al meer dan 5000 jaar.”
Een man klopt aan bij een hotel en vraagt bij de balie of er nog een kamer vrij is. De baliemedewerker antwoordt: “ja, er is nog een kamer vrij, maar het spookt er.”. De man antwoordt slaperig: “Oké, ik neem die kamer”. Hij gaat naar zijn kamer en valt direct in slaap. Dan wordt hij midden in de nacht wakker en hoort: “Boe-hoe-hoe, ik ben het spook met het rode oog.” De man is zo moe dat hij roept: “Als je nu niet meteen je grote mond houdt, ben je straks het spook met het blauwe oog!”.