Unité 2 - Lire + signaalwoorden

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

- Parler de ton weekend de l'Ascension 
                              Parler
- Parler ensemble du contrôle "lire"
                              comprendre ses fautes
                                                      / 


jeudi 25 mai
vendredi 26 mai
MENU DU JOUR
Na deze les kan ik / weet ik:
-Weet ik hoe ik een toets van begrijpend lezen beter kan maken

Slide 2 - Tekstslide

  1. Vertaal max. 3 woorden uit de titel in het NL en minimaal 2.
  2. Vertaal grofweg de titels van elke alinea in het NL.
  3. Schrijf op in het NL het hoofdonderwerp van elke alinea
  4. Schrijf 2 verschillende signaalwoorden uit elke alinea op in het Frans, vertaal ze in het NL en vertel hun functie (opsomming, reden, tijdsaanduiding etc...)
Lire texte 1
timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Welk woord moet op de open plek?

Pour l’instant, il s'appelle Mini ..... il est le petit du panda Yuan Zi, son père
A
car
B
mais
C
puis

Slide 4 - Quizvraag

Van welk verband was er sprake bij de zin in de vorige vraag?

Slide 5 - Open vraag

Welk woord moet op de open plek?
Salif connaît aussi d’autres influences, comme le
mime Marceau. Il dit qu’il a été inspiré ....... par des dessins 50 animés, notamment Scooby-Doo.
A
aussi
B
donc
C
pourtant

Slide 6 - Quizvraag

Van welk verband was er sprake bij de zin in de vorige vraag?

Slide 7 - Open vraag

Welk woord moet op de open plek?
"Pendant les Jeux olympiques de 1900, on y trouvait de disciplines scolaires. .... , on jouait des sport, comme la natation."
A
Par hasard
B
Par contre
C
Par exemple

Slide 8 - Quizvraag

Van welk verband was er sprake bij de zin in de vorige vraag?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide