KERN 29: tekststructuur.

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

- Startklaar maken: pak laptop, schrift + pennen, KERN boek.
- Leg huiswerk KERN 29 op tafel (controle), werk aan NUMO.
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Afspraken in de klas
Rust & respect:
- Spullen mee.
- Naar elkaar luisteren.


UIT? Werk in aula aan KERN 29. Meld je 5 minuten voor einde les bij docent.

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
1. Uitleg bij KERN 29
2. Samen oefeningen maken.
3. Zelfstandig werken.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Structuur = De manier waarop iets is opgebouwd. 

Slide 6 - Tekstslide

Gebruik je in je boekverslag ook een tekststructuur?
Nee, ik schrijf gewoon één grote tekst.
Ja, ik deel mijn tekst op in alinea's.

Slide 7 - Poll

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Wat staat er in het slot van een tekst?

Slide 11 - Open vraag

Hoe is een goede tekst opgebouwd?
A
Inleiding en middenstuk
B
Inleiding, middenstuk en slot
C
Middenstuk en slot
D
Inleiding en slot

Slide 12 - Quizvraag

alinea
-Stuk tekst, dat over één deelonderwerp gaat.
-Minimaal drie zinnen. 
-Binnen een tekst, zijn alinea's meestal even lang
-Samen een logisch geheel: geven structuur aan een tekst.
- Elke alinea heeft een opening, kern en slot. 
Titel
waar gaat de tekst over?

Slide 13 - Tekstslide

Hoe ziet een alinea er meestal uit?
A
een paar woordjes
B
1000 woorden
C
een paar zinnen
D
3 pagina's

Slide 14 - Quizvraag

2. Huiswerk nakijken

KERN 29: vraag 2 t/m 6.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Vraag 2, bladzij 62.

Slide 18 - Open vraag

Uitleg bij vraag 2
In alinea 1 en 2 wordt het onderwerp geïntroduceerd: de Nutriscore. 

In de volgende alinea’s
wordt meer over dat onderwerp verteld, bijvoorbeeld op welke manier de Consumentenbond
bij dit onderwerp betrokken is. Dat is dus de kern.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide


Slide 21 - Open vraag

Antwoord vraag 4
Alinea 1: ‘De meeste ontbijtkoeken zijn suikerbommetjes en krijgen Nutri-Score C of D.’ T1
Alinea 2: ‘Het voedselkeuzelogo Nutri-Score geeft een oordeel over de voedingswaarde van
een product, van A (groen) tot E (rood).’
Alinea 3: ‘De Consumentenbond berekende van 50 verschillende soorten en merken
ontbijtkoek de Nutri-Score, om zo te onderzoeken hoe gezond ze zijn.’
Alinea 4: ‘Daarom pleiten wij ervoor dat dit voedselkeuzelogo ook in Nederland op alle
levensmiddelen wordt ingevoerd.’
Alinea 5: ‘Fabrikanten gebruiken diverse trucs om hun onbijtkoek gezonder te laten lijken en
de grote hoeveelheid suiker te verbloemen.

Slide 22 - Tekstslide


Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide

A Dit slot is een korte samenvatting van de tekst. 
B Dit slot geeft een prikkelende stelling die aanzet tot denken.

Slide 25 - Tekstslide


Slide 26 - Open vraag

Zelfstandig werken
Wat?
KERN 29: vraag 9.
Tijd?
Tot einde van de les.
Klaar?
Werk aan NUMO: taken of persoonlijk leerplan.

Slide 27 - Tekstslide