6. 24 sept: Tekststructuur (29): tweede editie: 1.3

Op tafel: 
- laptop
- KERN
- map
- pen

Welkom mavo 2!
timer
2:30
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Op tafel: 
- laptop
- KERN
- map
- pen

Welkom mavo 2!
timer
2:30

Slide 1 - Tekstslide

Numo inloggen
Naam: leerlingnummer
Wachtwoord: j+leerlingnummer 

Aan de slag met NUMO
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Klap de laptop dicht.
Laat 'm liggen op tafel, je hebt 'm nog nodig. 

Slide 3 - Tekstslide

Vandaag dinsdag 24 september:
  • Numo: al gedaan
  • Huiswerk nakijken
  • Uitleg tekststructuur (les 29)
  • Opdrachten maken

Slide 4 - Tekstslide

Kijk je eigen antwoorden na. 

Slide 5 - Tekstslide

Kijk je eigen antwoorden na. 

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoel (les 29) 
  1. Ik kan de onderdelen van een tekststructuur opnoemen: inleiding, kern en slot.
  2. Ik kan teksten zelf indelen in inleiding, kern en slot. 

Slide 7 - Tekstslide

Tekststructuur
Als je een tekst leest, wil je die begrijpen. Dat doe je door te kijken naar hoe de tekst is opgedeeld:
  • alinea's
  • kopjes
  • signaalwoorden


  • Tekststructuur = de manier waarop een tekst is opgebouwd

Slide 8 - Tekstslide

Pak je laptop erbij en log in op LessonUp.

Log in onder je eigen naam, anders geen toegang. 

Slide 9 - Tekstslide

Gebruik je bij het maken van boekverslag ook een tekststructuur?
Nee, ik schrijf gewoon één grote tekst.
Ja, ik deel mijn tekst op in alinea's.

Slide 10 - Poll

Uit welke delen is een tekst opgebouwd?

Slide 11 - Open vraag

Tekststructuur
  1. Inleiding
  2. Kern/middenstuk
  3. Slot

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Wat staat er in het slot van een tekst?

Slide 16 - Open vraag

Hoe is een goede tekst opgebouwd?
A
Inleiding en kern
B
Inleiding, kern en slot
C
Kern en slot
D
Inleiding en slot

Slide 17 - Quizvraag

alinea
-Stuk tekst, dat over één deelonderwerp gaat.
-Minimaal drie zinnen. 
-Binnen een tekst, zijn alinea's meestal even lang
-Samen een logisch geheel: geven structuur aan een tekst.
- Elke alinea heeft een opening, kern en slot. 
Titel
waar gaat de tekst over?

Slide 18 - Tekstslide

Hoe ziet een alinea er meestal uit?
A
een paar woordjes
B
1000 woorden
C
een paar zinnen
D
3 pagina's

Slide 19 - Quizvraag

Klap de laptop dicht.
Laat 'm liggen op tafel, je hebt 'm nog nodig. 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Kern pagina 63.

Samen de tekst lezen, dan zelf vragen beantwoorden. 

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag


Samenwerken mag, maar ieder schrijft de antwoorden in zijn/haar schrift.

Kern pagina 62-63, opdracht 2 t/m 5.
Daarna bespreken. 

timer
8:00

Slide 23 - Tekstslide

Vraag 2, bladzij 62.

Slide 24 - Open vraag

Uitleg bij vraag 2
In alinea 1 en 2 wordt het onderwerp geïntroduceerd: de Nutriscore. 

In de volgende alinea’s wordt meer over dat onderwerp verteld, bijvoorbeeld op welke manier de Consumentenbond
bij dit onderwerp betrokken is. Dat is dus de kern.
Er is geen slot

Slide 25 - Tekstslide

Vraag 4:
Geef steeds per alinea antwoord

Daarna volgt een overzicht van antwoorden voor alle alinea's.

Slide 26 - Tekstslide

Vraag 4. Noteer de kernzin van alinea 1.

Slide 27 - Open vraag

Vraag 4. Noteer de kernzin van alinea 2.

Slide 28 - Open vraag

Vraag 4. Noteer de kernzin van alinea 3.

Slide 29 - Open vraag

Vraag 4. Noteer de kernzin van alinea 4.

Slide 30 - Open vraag

Vraag 4. Noteer de kernzin van alinea 5.

Slide 31 - Open vraag

Antwoord vraag 4
Alinea 1: ‘De meeste ontbijtkoeken zijn suikerbommetjes en krijgen Nutri-Score C of D.’ T1
Alinea 2: ‘Het voedselkeuzelogo Nutri-Score geeft een oordeel over de voedingswaarde van
een product, van A (groen) tot E (rood).’
Alinea 3: ‘De Consumentenbond berekende van 50 verschillende soorten en merken
ontbijtkoek de Nutri-Score, om zo te onderzoeken hoe gezond ze zijn.’
Alinea 4: ‘Daarom pleiten wij ervoor dat dit voedselkeuzelogo ook in Nederland op alle
levensmiddelen wordt ingevoerd.’
Alinea 5: ‘Fabrikanten gebruiken diverse trucs om hun onbijtkoek gezonder te laten lijken en
de grote hoeveelheid suiker te verbloemen.

Slide 32 - Tekstslide

Vraag 5

Slide 33 - Open vraag

Vraag 6

Slide 34 - Open vraag

Slide 35 - Tekstslide

A Dit slot is een korte samenvatting van de tekst. 
B Dit slot geeft een prikkelende stelling die aanzet tot denken.

Slide 36 - Tekstslide

Klap je laptop dicht. 

Slide 37 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Wat?
KERN 29: vraag 7 t/m 10
Tijd?
Tot einde van de les.
Klaar?
Werk aan NUMO.

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide