Werkwoorden zijn doewoorden. Ze geven een actie aan.
Ik maak mijn opdrachten online
Ik spreek via de webcam
Ik wandel elke dag een uurtje
Waaraan herken je ze? Ze hebben verschillende vormen.
Je kunt altijd een ik-hij-wij-rijtje maken van een werkwoord
ik maak - hij maakt - wij maken
ik spreek - hij spreekt - wij spreken
ik wandel - hij wandelt - wij wandelen