BS 6: Ontkieming, groei en ontwikkeling MAX

Basisstof 6: Ontkieming, groei en ontwikkeling
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Basisstof 6: Ontkieming, groei en ontwikkeling

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen:
* Je kunt de ontwikkeling van een zaad en de verdere groei
   ontwikkeling van kiemplanten beschrijven.
* Je kunt uitleggen hoe een plant de winter overleeft en hiervan 
   voorbeelden geven

Slide 2 - Tekstslide

Wat zie je hier? Ontkieming, groei of ontwikkeling? 

Slide 3 - Tekstslide

Als een zaad ontkiemt, ontstaat hieruit een nieuw individu.
Deze ontwikkelt nieuwe organen (wortels, bladeren, bloemen, vruchten) totdat er een volwassen plant is ontstaan
Al deze gebeurtenissen maken deel uit van de levensloop van een plant.

Slide 4 - Tekstslide

De bouw van een zaad
*Zaadhuid : Stevig vlies om het zaad
*Zaadlobben: De twee helften van een zaad. Deze bevatten
                              veel reservevoedsel
*Kiempje: Begin van het kiemplantje, ontstaan uit de 
                      bevruchte eicel.

Slide 5 - Tekstslide

Ontkieming
Bij veel plantensoorten kunnen de zaden pas ontkiemen na een rustperiode.
Dat zorgt ervoor dat ze niet midden 
in de koude winter of droge zomer 
ontkiemen.



Voor ontkieming is een gunstige temperatuur, water en zuurstof nodig.

Slide 6 - Tekstslide

Stappen ontkieming
  1. Zaad neemt water op, zaadlobben zwellen op en de zaadhuid scheurt open. Het kiempje begint te groeien en het worteltje komt naar buiten
  2. Het worteltje vormt wortelharen. Via het worteltje neemt het kiemplantje
        water en mineralen op uit de bodem.
   3. Na enige tijd begint ook het stengeltje te groeien.
   4. Wanneer het stengeltje en de zaadlobben boven de grond uitkomen,     
         wordt bladgroen gevormd en kan er fotosynthese plaatsvinden.
   5. Wanneer al het reservevoedsel is verbruikt, verschrompelen de  
        zaadlobben en vallen ze af. De blaadjes zijn nu groter.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Groei en ontwikkeling
Groei is het groter en zwaarder worden van een organisme. Groei vindt plaats door gewone celdeling/mitose. Er worden steeds meer cellen gemaakt.
Planten kunnen extra snel groeien omdat ze ook celstrekking kunnen ondergaan.  De cel wordt dan groter, doordat er veel water in de vacuole wordt opgenomen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Ontwikkeling
Tijdens ontwikkeling veranderd de bouw van de plant.
Er komen onderdelen (organen) bij.
* De wortels vertakken zich steeds en er worden nieuwe 
    wortelharen gevormd.
* Aan de stengels komen bladeren
* Meestal ontstaan ook bloemen 
* Uit bloemen ontstaan vruchten en zaden

Slide 11 - Tekstslide

Levenscyclus
Planten doorlopen een levenscyclus van zaad tot volwassenplant, waaruit weer zaden ontstaan.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Rozetvormende planten
  • Tweejarige en overblijvende planten passen zich aan om de winter te overleven.
  • Wortelrozet: bovengrondse deel van de plant tijdens de winter
  • Bladeren zitten vlak boven de wortel.
  • Na de winter groeien uit de wortel rozet stengels met bloemen.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video