de bevruchting

de bevruchting
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

de bevruchting

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Geslachtsgemeenschap of coïtus.
de penis moet in erectie komen,  partners seksueel prikkelt. 
De drie zwellichamen in de penis gevuld met bloed. 
De prostaat sluit dan de blaasuitgang af. 
Door de ritmische bewegingen  wordt de eikel sterk geprikkeld.  
een reflex op waarbij de gespierde wand van de zaadleider en de prostaatklier samentrekken. 
Het zaad wordt met relatief grote kracht uit de urinebuis gestoten (ejaculatie). 
De 2 tot 6ml sperma bevat ongeveer 500 miljoen zaadcellen. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de naam van a?
p 40

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de naam van b?
p 40

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de naam van c?
p 40

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de naam van d?
p 40

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de naam van e?
p 40

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De eicel


De corona radiatat
Het acrosomaal blaasje
De kern van de spermacel
mitochondrium van de spermacel
De flagel van de spermacel

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

A Spiercontracties

B Thermotatie
C Chemotatie
D rijping zaadcellen



Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thermotatie is
A
de aantrekking van de zaadcellen van een hoge naar een lage temperatuur
B
de aantrekking van de zaadcellen van een lage naar een hoge temperatuur

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

de bevruchting
 oöcyt II omgeven is door het pellucidevlies 
en de corona radiata. 
Bij de spermatozoa openen zich de acrosomale blaasjes. De enzymen in deze blaasjes maken de corona cellen van elkaar los en doorboren het pellucidevlies. 
bereikt één spermatozoön het plasmamembraan van de eicel. 
De plasmamembranen van de spermatozoön en de Oöcyt lossen op en het plasmamembraan van het spermatozoön wordt opgenomen in het plasmamembraan van de oöcyt. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de bevruchting
De inhoud van het spermatozoön komt in de oöcyt 
 Dadelijk na de versmelting verandert 
de samenstelling van het plasmamembraan van de oöcyt zodat er geen tweede spermatozoön kan versmelten met de oöcyt.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

een tweeling ontstaat doordat er 2de spermatozoa binnendringt
A
juist
B
fout

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De plaats van bevruchting:
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een bevruchte eicel is
A
haploid
B
diploid
C
triploid

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bevruchting
Meiose 1
Meiose ii

Slide 17 - Sleepvraag

Welke delen van het schema zijn haploid en diploid?
Innesteling
bevruchting

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Na de bevruchting bevat een bevruchte eicel ...
A
23 chromosomen
B
23 chromosomenparen
C
46 chromosomen
D
46 chromosomenparen

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Amfimixie

Pas na de bevruchting gaat de tweede meiotische deling van de oöcyt verder en wordt de haploïde eicelkern gevormd, waardoor er een oötide ontstaat.
De kern van het spermatozoön begint te zwellen en beide kernen gaan eerst naast elkaar liggen en later tegen elkaar liggen. Terwijl ze beiden hun DNA verdubbelen. 
De kernwanden lossen op en de twee kerninhouden vermengen zich. Deze vermenging van de twee kerninhouden wordt amfimixie genoemd. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De bevruchtingskansen:
  • Vermits spermacellen ongeveer vier dagen in leven blijven en een eicel ongeveer één dag
  • kan worden afgeleid dat de vruchtbare periode van de vrouw ongeveer 5 dagen per menstruatiecyclus bedraagt. 
  • Deze periode situeert zich tussen de elfde en de 15de dag

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De bevruchtingskansen:

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies