Zwangerschapstrimesters en bevalling

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Doel
Aan het eind van de les kan de student benoemen hoe de trimesters van zwangerschap verlopen.
Hij kan benoemen hoe de bevalling verloopt en wanneer er sprake is van vroeggeboorte

Slide 2 - Tekstslide

Programma
Voorkennis  activeren
Uitleg
Opdracht
Delen van antwoorden
Evalueren 
Huiswerk HF 6

Slide 3 - Tekstslide

Een zaadcel en een eicel bestaan uit 23 chromosomen
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 4 - Quizvraag

De eisprong is hetzelfde als de ovulatie
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 5 - Quizvraag

Een bevruchte eicel nestelt zich in de eileider
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Verminderde vruchtbaarheid betekent dat zwanger raken moeilijker gaat
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Draagmoederschap betekent dat een andere vrouw de baby in de baarmoeder laat groeien
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 8 - Quizvraag

Op het moment van bevruchting smelten de kernen van de eicel en de zaadcel samen
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 9 - Quizvraag

Een zwangerschapsonderbreking houdt in dat het embryo of de foetus tijdens een medische ingreep uit de baarmoeder wordt gehaald.
A
Waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Zwangerschap
Duurt 9 maanden /40 weken. Bij een zwangerschap tellen we de weken waarin een baby zich ontwikkeld.
Het bestaat uit 3 trimesters. 1 trimester bestaat uit 3 maanden.
Hierin ontwikkeld de embryo naar foetus  en vervolgens naar baby. 
Hier volg een voorbeeld.....

Slide 11 - Tekstslide

De periode tussen week 1 en 9  noemen we de embryonale fase.
De foetus  begint zich  na week 9 te vormen.

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 
Wat: zoek in je reader  naar de ontwikkeling van een foetus  tussen week 1 tot 40
Tijd:  5 min 
Hoe: Je krijgt een aantal weken van de docent. Lees deze in je reader en deel ze met de klas.
Hulp: blz. 22/23




Slide 13 - Tekstslide

Bevalling
Begint met ontsluiting van de baarmoeder (1-10 cm).
De baarmoeder trekt zich samen  door de de weeën. De baarmoedermond wordt dan zachter en slap.
De vliezen breken -  baby   komt uit de baarmoeder via de vagina.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Nageboorte
Navelstreng wordt afgeklemd en doorgeknipt.
De placenta en vliezen worden uitgestoten.
 Door dit heeft de moederwand  een wond in de baarmoeder achtergelaten.   1 tot 2  weken na de bevalling verliezen vrouwen bloed door dit tussen deze tijd genezen ze.

Slide 16 - Tekstslide

Vroeggeboorte
Voor 37 weken  is vroeggeboren
Na 24 weken is de overlevingskans 56%
Elke week hierna stijg de overlevingskans daarom worden de baby's ook in het ziekenhuis actief opgevangen na 24 weken.

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 
Wat:  maak de opdrachten uit je reader hoofdstuk 5
Tijd:  10 min
Hoe: individueel
Hulp:  je reader
Klaar: begin aan je huiswerk HF 6



Slide 18 - Tekstslide

Evaluatie
Hebben we de doelen van deze les behaald?
Wat neem je mee van de les?
tip /top voor docent

Slide 19 - Tekstslide