1 Welke vergelijking maakt Witteman in alinea 3 en 4?
Tussen makkelijk/snel koken nu (1p) en moeilijk/tijdrovend koken vroeger (1p).
2a Welk standpunt verdedigt Witteman in alinea 6?
Het is stom/verkeerd om tosti’s te bestellen.
b Welke argumentatiestructuur herken je in alinea 6?
Nevenschikkend onafhankelijk
3 Welke drogreden herken je in alinea 7? Leg je antwoord uit.
Persoonlijke aanval of ontduiken bewijslast (1p) + uitleg (1p)