9 en 15 april PTO3 bespreken

Welkom klas!

1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 48 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Welkom klas!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Welkom vwo 4B

Op tafel:
niets

  • Telefoon in het zakkie en rechtsboven op je tafel óf in je tas en daar blijft 'ie dan ook.
  • Jas uit en over je stoel.
  • Tas van tafel.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
  • PTO 3 bespreken
  • Je kon 40 punten halen.
  • 20 punten is een 5,5
Vandaag dinsdag 9 april:

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  1. R
  2. T1
  3. T2
  4. I


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Vraag 1a
Van welke soort argumentatie is sprake. 1p

Die perenboom in de voortuin moet worden gekapt. Hij is inmiddels zo hoog geworden dat hij bij een storm zo op het huis kan vallen. Hij staat ook veel te dicht bij het huis. 
De perenboom moet gekapt worden.
Hij staat te dicht bij het huis.
Hij kan omvallen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Vraag 1a
Van welke soort argumentatie is sprake. 1p

Die perenboom in de voortuin moet worden gekapt. Hij is inmiddels zo hoog geworden dat hij bij een storm zo op het huis kan vallen. Hij staat ook veel te dicht bij het huis. 
De perenboom moet gekapt worden.
Hij staat te dicht bij het huis.
Hij kan omvallen.
Deze argumenten horen bij elkaar; de boom kan omvallen en dat is erg, want hij staat te dicht bij het huis en kan dan op het huis vallen. 

Nevenschikkend afhankelijk

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Vraag 1b
Van welke soort argumentatie is sprake. 1p

Het is onverstandig om die perenboom in de voortuin nog langer te laten staan. We hebben hem immers veel te hoog laten worden want we vonden de zomerse schaduw in de woonkamer zo fijn.
Perenboom in voortuin is onverstandig
Omdat we de zomerse schaduw in de woonkamer fijn vonden.
Te hoog geworden

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Vraag 1b
Van welke soort argumentatie is sprake. 1p

Het is onverstandig om die perenboom in de voortuin nog langer te laten staan. We hebben hem immers veel te hoog laten worden want we vonden de zomerse schaduw in de woonkamer zo fijn.
Perenboom in voortuin is onverstandig
Omdat we de zomerse schaduw in de woonkamer fijn vonden.
Te hoog geworden
Onderschikkend

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Vraag 1c
Van welke soort argumentatie is sprake. 1p

Die perenboom in de voortuin wil ik wegdoen. Hij kan bij storm zomaar op het huis vallen. Plus, een bed met vlinderbloemen zou ik daar denk ik veel mooier vinden.
De perenboom wegdoen.
Bloemen zou ik mooier vinden.
Bij storm kan die omwaaien.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Vraag 1c
Van welke soort argumentatie is sprake. 1p

Die perenboom in de voortuin wil ik wegdoen. Hij kan bij storm zomaar op het huis vallen. Plus, een bed met vlinderbloemen zou ik daar denk ik veel mooier vinden.
De perenboom wegdoen.
Bloemen zou ik mooier vinden.
Bij storm kan die omwaaien.
Deze argumenten staan los van elkaar.
 
Onafhankelijk nevenschikkend

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Vraag 2a
Kies de juiste drogreden.  1p

Die verslaggever van Nieuwsuur is altijd zo slordig gekleed en heeft een afstotelijke boksersneus. Naar zo iemand luister je toch niet graag?
  • Persoonlijke aanval

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Vraag 2b
Kies de juiste drogreden. 1p

Dit kabinet heeft zijn langste tijd gehad. Dat zal iedereen met mij eens zijn.
  • Ontduiken van de bewijslast
  • overhaaste generalisatie

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Vraag 2c
Kies de juiste drogreden. 1p

Kinderen van de middelbare school kunnen niet zelfstandig werken, want ze zijn nog niet volwassen.
  • Cirkelredenering

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Vraag 2d 
Kies de juiste drogreden. 1p

Of je voedt kinderen streng op met het gevolg dat ze gefrustreerd raken, of je laat ze vrij met het gevolg dat ze volledig ontsporen.
  • Vals dilemma

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Vraag 3a 
Wat is het standpunt van de auteur van de bovenstaande tekst? 1p

Er zijn betere manieren om milieuvriendelijk gedrag te stimuleren dan schaamte.

Ook goed: 
- Schaamte is een onproductieve emotie.
-  Laat mensen niet schamen voor milieuproblemen die collectief opgelost moeten worden. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Vraag 3a 
Wat is het standpunt van de auteur van de bovenstaande tekst? 1p

Er zijn betere manieren om milieuvriendelijk gedrag te stimuleren dan schaamte.

Ook goed: 
- Schaamte is een onproductieve emotie.
-  Laat mensen niet schamen voor milieuproblemen die collectief opgelost moeten worden. 
Hoeveel antwoorden geef je hier? 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Vraag 3b

Van wat voor argumentatiestructuur is er sprake in deze tekst? (1 p)

nevenschikkende argumentatie

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
vraag 4a
Zet de argumentatiestructuur uit alinea 2 in een schema. 
Vier goed = 3 p                     drie goed = 2 p
twee goed = 1 p                    één of nul goed = 0 p

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Vraag 4b
Leg uit of er in alinea 2 sprake is van argumentatie op basis van autoriteit. (1 p) 

 Ja, want de auteur refereert aan psychologen en aan onderzoek en beide kunnen als autoriteit worden gezien.





Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Vraag 4c
Noem twee andere argumentatieschema’s. (1p)

Argumentatiestructuur > nevenschikkend, onderschikkend, enkelvoudig, meervoudige argumentatie. 

Argumentatieschema
Kenmerken (eigenschap, voorbeeld, voor-nadeel), 
vergelijking, 
causaliteit (oorzaak-gevolg, doel-middel).



Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Vraag 4d 
Is de argumentatie in alinea 2 een drogredenering? Licht je antwoord toe. (2 p) 

Er is geen sprake van een drogreden(1p), want psychologen zijn een autoriteit op het gebied van onze mentale gezondheid / mentale processen/Ook onderzoek kan een autoriteit zijn, mits gedegen uitgevoerd. (1 p)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Vraag 5
In alinea 2 staat: ‘Schaamte is een rot-emotie, buitengewoon onproductief ook trouwens.’ Citeer  een zin uit een andere alinea dan alinea 2 waaruit duidelijk blijkt waarom schaamte onproductief is.  1p

 ‘Schaamte is de emotie die mensen diep doet voelen dat ze niet deugen, en ook nooit kúnnen deugen.’ (alinea 7)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Vraag 6
In alinea 4 staat: ‘Pleidooien voor schaamte stellen de werkelijkheid bovendien te simpel voor.’ 

Wie heeft opgezocht wat 'pleidooi' betekent?


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Vraag 6
In alinea 4 staat: ‘Pleidooien voor schaamte stellen de werkelijkheid bovendien te simpel voor.’ 

Wie heeft opgezocht wat 'pleidooi' betekent?


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Vraag 6
In alinea 4 staat: ‘Pleidooien voor schaamte stellen de werkelijkheid bovendien te simpel voor.’ Schrijf een kritische reactie op deze bewering en de onderbouwing ervan. Gebruik voor je antwoord niet meer dan 70 woorden. 2p


In de kritische reactie moet de leerling in elk geval ingaan op het gegeven dat de auteur in alinea 4 wijst naar overheden en bedrijfsleven (1 p) en dat je hieruit zou kunnen opmaken dat het niet uitmaakt wat je als particulier doet (1 p).

1 zin is niet 70 woorden. Gebruik de ruimte die je hebt!

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Vraag 7
Citeer uit tekst 1 een zin waarin de auteur zijn beweringen uit alinea 4 duidelijk nuanceert. 1p

 ‘Zonder vraag geen aanbod.’ (alinea 6)

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Vraag 8
De titel van de tekst luidt ‘Wat er mis is met vliegschaamte’. Welke kritiek kun je op deze titel geven, gelet op de strekking/bedoeling van de tekst? 2p

De titel noemt ‘vliegschaamte’, terwijl de tekst niet specifiek over ‘vliegschaamte’ gaat (1 p), maar de neiging om alle slechte gedragingen negatief (met schaamte) te benaderen (1 p).

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
tekst 2 > tosti's laten bezorgen
Vraag 9 
Welke vergelijking maakt Witteman in alinea 3 en 4? 2p

Tussen makkelijk/snel koken nu (1p) en moeilijk/tijdrovend koken vroeger (1p).

Vergelijking tussen koken nu en vroeger = 1p 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Vraag 10a
Welk standpunt verdedigt Witteman in alinea 6? 1 p

Het is stom/verkeerd om tosti’s te bestellen.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Vraag 10b
Welke argumentatiestructuur herken je in alinea 6? 1p

Tosti's kun je beter zelf maken
Tosti's zijn lauw en taai als ze aankomen na bestellen.
Deze argumenten staan los van elkaar.
 
Onafhankelijk nevenschikkend
Een tosti is gemakkelijk te maken: brood en kaas.
Tosti's die je zelf maakt zijn goedkoper.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Vraag 11
Welke drogreden herken je in alinea 7? Leg je antwoord uit. 2p

Persoonlijke aanval of ontduiken bewijslast (1p) + uitleg (1p)

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Vraag 12
Aan wie schrijf je? 

  •               (niets)
  • Beste meneer Column van Witteman
  • Goedendag mevrouw Witteman

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Vraag 12
Standpunt innemen

Een standpunt is een mening die je inneemt. 
Het is dus geen vraag!

  • Standpunt hoort bij een betoog. 
  • Geef argumenten die jouw standpunt ondersteunen. 
  • Schrijf geen voor- en tegenargumenten (als een beschouwing)

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Vraag 12
Aan wie schrijf je? 
Beste meneer Column van Witteman, 

Schrijf een reactie op de column van Witteman. Is het een probleem als jongeren minder vaak koken? Of is het vaker kopen van een kant-en-klaar maaltijd juist een positieve ontwikkeling? Neem een standpunt in en geef minstens drie verschillende argumenten. Leg je argumenten uit. Gebruik 100 tot 150 woorden voor je reactie. 4p

  • Relevant standpunt (0,5p)
  • 3 argumenten van nevenschikkend onafhankelijke argumentatie incl. goede onderbouwing (1p per argument, max. 3p)
  • 100-150 woorden (0,5p).


Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Welkom vwo 4B

Op tafel:
niets

  • Telefoon in het zakkie en rechtsboven op je tafel óf in je tas en daar blijft 'ie dan ook.
  • Jas uit en over je stoel.
  • Tas van tafel.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
  • PTO 3 bespreken: verder met waar we gebleven waren.
  • Je kon 40 punten halen.
  • 20 punten is een 5,5
Vandaag maandag 15 april:

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Vraag 13a
De titel van de tekst maakt meteen het standpunt van de auteur duidelijk.
Welk argumentatieschema gebruikt hij om zijn standpunt te onderbouwen? (1 p)

argumentatie op basis van voorbeelden (ook goed: kenmerken)

Vraag 13b
Welke kritische vraag kun je stellen om deze argumentatie te beoordelen? (1 p)

Zijn de voorbeelden kenmerkend voor het niet-handhaven van regels?
Passen de voorbeelden bij het niet-handhaven van regels? 

Slide 38 - Tekstslide

Tot hier gekomen.
Communiceren doe je samen 2
Vraag 14
In alinea 2 staan vrijwel alleen maar feitelijke uitspraken. Hoe kan het dat in de alinea toch een oordeel doorschemert? (1 p)

  • Door de woordkeus van de schrijver (‘heisa’) 
  • Door de toon (‘want dit verbod werd toch niet gehandhaafd’).

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Vraag 15
De schrijver onderscheidt in de tekst twee soorten regels. Welke twee? 2p

  • Regels waarvan het niet heel erg is als ze niet worden gehandhaafd. (1 p)
  • Regels waarvan het wel ernstig is als ze niet gehandhaafd worden. (1 p)

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Vraag 16a
Welk standpunt verdedigt Van der Keuken in alinea 5? (1 p) 


Van der Keuken: niet de problemen worden aangepakt, maar er wordt gekeken naar hoe die problemen ontstaan zijn. 

De inspecteur-generaal wil met alle betrokken partijen praten over hoe die problemen zijn ontstaan. 

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Vraag 16a
Welk standpunt verdedigt Van der Keuken in alinea 5? (1 p) 


Van der Keuken: niet de problemen worden aangepakt, maar er wordt gekeken naar hoe die problemen ontstaan zijn. 

De inspecteur-generaal wil met alle betrokken partijen praten over hoe die problemen zijn ontstaan. 

> standpunt = Bij de IGJ lijkt de urgentie om problemen aan te pakken niet groot. 

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Vraag 16b 
Is er in alinea 5 sprake van afhankelijke of onafhankelijke argumentatie? Leg je antwoord uit. (2 p)

Afhankelijk (1 p): de argumenten hebben elkaar nodig om aan te tonen dat de urgentie om problemen aan te pakken niet groot is / om het standpunt te ondersteunen. (1 p)

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Tel de punten van je toets na. 

Heb je vragen? Stel die nu. 

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Periode 4

  • Lesstof: literatuur les 1-3 en les 11-16.
  • Mondeling: 4 leesboeken (periode 1 t/m 4) met een gemeenschappelijk thema. 
  • Daarom: kies je deze week een leesboek. 

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mondeling literatuur
  • Aan het eind van periode 4 
  • mondeling over 4 boeken (elke periode 1 boek)

  • Bij jouw boekensetje hoort overkoepelend een thema. 
  • Thema mag je zelf bedenken.
  • Een vraag is altijd "Noem enkele thema's in dit boek"
  • Wat is een thema?  

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Hoe kies je een leesboek? 

Lees de korte tekstje over het boek. 

Spreekt dit je aan? Ja / Nee

Ja? Schrijf de titel en naam auteur op. En zoek verder.
Nee? Zoek verder. 




Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Hoe kies je een leesboek? 

Wil je graag een bepaald genre lezen? 

Ga naar: 

Heb je een boek gekozen, laat het je docent weten. 23 april heeft iedereen een boek.

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies