Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Lidwoorden (le, la, un, une) + il(s) / elle(s) (unité 1)
1 / 18
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
18 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Het lidwoord:
de
-
het
-
een
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
enkelvoud
enkelvoud
le
garçon
de
jongen
le
collège
de
school
l'
ami
de
vriend
l'
hôtel
het
hotel
la
fille
het
meisje
la
classe
de
klas
l'
amie
de
vriendin
un
garçon
een
jongen
un
collège
een
school
un
ami
een
vriend
un
hôtel
een
hotel
une
fille
een
meisje
une
classe
een
klas
une
amie
een
vriendin
Slide 4 - Tekstslide
meervoud
Anders dan in het Nederlands:
Er zijn bloemen in de tuin (geen lidwoord)
Il y a
des
fleurs dans le jardin
(wel een lidwoord)
les
garçons
de
jongens
les
collèges
de
scholen
les
amis
de
vrienden
les
hôtels
de
hotels
les
filles
de
meisjes
les
classes
de
klassen
les
amies
de
vriendinnen
Slide 5 - Tekstslide
Sleep het Franse lidwoord naar de Nederlandse betekenis
de/het
een
X
le
la
l'
un
une
une
des
Slide 6 - Sleepvraag
Kies de juiste vorm:
Léna est (een) ___ amie [v]* de Thomas.
*vrouwelijk
A
un
B
une
Slide 7 - Quizvraag
Kies de juiste vorm:
(Het) ___ hôtel [m]* est à Paris.
*mannelijk
A
le
B
l'
Slide 8 - Quizvraag
Kies de juiste vorm:
Dans le métro, il y a ___ touristes [mv]*.
*mannelijk meervoud
A
des
B
les
Slide 9 - Quizvraag
Vul in: le, la, l', les of un, une, des
Où est (de) ___ bus [m]?
Slide 10 - Open vraag
Vul in: le, la, l', les of un, une, des
Je visite (de) ___ ville [v].
Slide 11 - Open vraag
Vul in: le, la, l', les of un, une, des
La tour Eiffel est (een) ___ monument [m]
Slide 12 - Open vraag
il, ils, elle, elles
Où est
le collège
?
Il
est là-bas.
Où est
la tour Eiffel
?
Elle
est là-bas.
Comment sont
les hôtels
?
Ils
sont modernes!
Comment sont
les chambres
?
Elles
sont grandes.
Slide 13 - Tekstslide
Kies de juiste vorm:
Où est la maison?
A
il
B
elle
Slide 14 - Quizvraag
Kies de juiste vorm:
Où est le camping?
A
il
B
elle
Slide 15 - Quizvraag
Vul in: il, elle, ils, elles
Où sont les campings [m]? ___ sont là-bas.
Slide 16 - Open vraag
Vul in: il, elle, ils, elles
Où sont les amies [v]? ___ sont là-bas.
Slide 17 - Open vraag
Au revoir
Slide 18 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
1HV Unité 1 - lidwoorden + il(s) / elle(s)
Juni 2021
- Les met
17 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
1V grammaire unité 1
September 2020
- Les met
22 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
1HV Unité 1
Oktober 2022
- Les met
31 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
1M (grammaire deel 1)
Juni 2021
- Les met
27 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
week 41
Oktober 2024
- Les met
26 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
De lidwoorden 1(m)h GL
September 2022
- Les met
12 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
week 42
Oktober 2024
- Les met
25 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Bonjour 1KCB
Januari 2023
- Les met
35 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1