Beginnen met: Waarom, waardoor, hoe komt het dat, leg uit, beredeneer.
Het zijn vragen die gaan over redenen, oorzaken en gevolgen. Soms staat er ook letterlijk bij “Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten”
Antwoord:
Oorzaak: Je beschrijft wat de oorzaak van een verschijnsel is.
Verklaring: Je legt uit hoe de oorzaak tot het gevolg leidt
Gevolg: Je beschrijft het verschijnsel/je benoemt het gevolg.
→ Vaak staat één van deze drie al in de vraag.