De eerste paar dia's zijn geen vragen die je gaat krijgen op je toets, maar is alleen maar om te oefenen met begrippen.
De laatste dia's zijn vragen zoals je ze kan verwachten.
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4-6
In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Oefentoets
De eerste paar dia's zijn geen vragen die je gaat krijgen op je toets, maar is alleen maar om te oefenen met begrippen.
De laatste dia's zijn vragen zoals je ze kan verwachten.
Slide 1 - Tekstslide
Woestijnklimaat
Middelandse Zeeklmaat
Llanos
Cerrado
Steppeklimaat
Hooggebergte klimaat
Slide 2 - Sleepvraag
Hooggebergte klimaat
Woestijnklimaat
Tropisch regenwoud
Regenval LLanos
Hoogteligging
Breedteligging
Drukgebieden
Windpatronen
Slide 3 - Sleepvraag
Benoem de juiste bewering
A
In het tropisch regenwoud is diversiteit groot door de vruchtbare bodem.
B
De rode kleur van de bodem in het tropisch regenwoud komt door koper (Cu) verbindingen in de grond
C
Cerrado is een ander woord voor boomsavanne.
D
De pampa's liggen op de hoogvlaktes van Peru en Bolivia
Slide 4 - Quizvraag
Welke geologische regel klopt niet
A
Des te vloeibaarder het magma des te minder explosief is de eruptie
B
Hoe ouder de plaat, hoe zwaarder en hoe dieper de subductie.
C
Des te groter de koppeling des te groter de kracht bij een aardbeving
D
Des te dichter een vulkaan bij de hotspot des te ouder en minder actief.
Slide 5 - Quizvraag
Welke geologische regel klopt niet
A
Bij hotspots is de plaatrichting bepaalbaar via de ligging van de vulkanen.
B
Alle delfstoffen zijn ontstaan onder druk.
C
Al het aardgas en ontstaat uit organisch materiaal, aardolie niet.
D
Bij transforme plaatbeweging ontstaan vulkaan
Slide 6 - Quizvraag
Welk klimaat ontbreekt in ZA
A
Woestijnklimaat
B
Hooggebergte klimaat
C
Landklimaat
D
Middellandse Zeeklimaat
Slide 7 - Quizvraag
De verstedelijkingsgraad in Zuid-Amerika is hoog. Geef hiervoor een reden
Slide 8 - Open vraag
Leg uit wat bedoeld wordt met de uitspraak: "De grote steden in ZA gaan ten onder aan hun eigen succes"
Slide 9 - Open vraag
Overheden in ZA proberen steden leefbaar te houden. Welke maatregel hoort er niet bij.
A
sociale woningbouw
B
nieuwe steden creëren
C
verbeteren infrastructuur
D
verticale slums verbieden
Slide 10 - Quizvraag
Waaruit blijkt dat de inheemse indianen bevolking vaak is achtergesteld in ZA
Slide 11 - Open vraag
In welke gebieden is de cultuur van de indianen vaak het best bewaard. En waarom?
Slide 12 - Open vraag
Wat is de juist bewering over plaatbewegingen in Z-Amerika.
A
De transforme plaatbeweging ontbreekt.
B
Alle plaatbewegingen komen voor.
C
De divergente plaatbeweging komt niet voor.
D
De convergente plaatbeweging komt niet voor.
Slide 13 - Quizvraag
Benoem welke kant geologische actiever is.
A
Oostkant.
B
Westkant.
C
Noordkant.
D
Zuidkant.
Slide 14 - Quizvraag
Leg uit hoe de gaten in vulkanisch gebergte van de Andes ontstaan.
Slide 15 - Open vraag
Geef aan welke uitspraak fout is. Aan Galágaposeilanden kan je zien...
A
dat de oudere eilanden dichter bij de hotspot liggen.
B
welke kant de Nazcaplaat op beweegt.
C
dat de oudere eilanden verder bij vandaan de hotspot liggen.
D
Dat de jongere bergen hoger zijn.
Slide 16 - Quizvraag
Olie en aardgas. Welke uitspraak is niet waar.
A
Olie en gas ontstaan uit resten van schelpen.
B
Olie en gas ontstaan onder druk van boven liggende lagen.
C
Olie en gas ontstaan uit vergane plantenresten.
D
Olie en aardgas zijn fossiele brandstoffen.
Slide 17 - Quizvraag
Wat zijn de twee landen met de meeste olie en gasproductie in ZA ?
A
Argentinië en Peru.
B
Ecuador en Chile
C
Brazilië en Venezuela.
D
Peru en Colombia
Slide 18 - Quizvraag
De ITCZ is een van de klimaatfactoren die veel invloed heeft op de Braziliaanse klimaten. Leg uit wat de invloed van de zon is op de verplaatsing van de ITCZ.
Slide 19 - Open vraag
Gevolgen el Niño. Welke uitspraak is niet waar
A
geen opwellend koud water → geen plankton → geen visserij
B
regen valt aan westkust ZA (overstromingen, aardverschuivingen, modderstromen.)
C
regen valt niet in Zuidoost-Azië: droogte (mislukte oogst, bosbrand, veesterfte)
D
door opwarming zeewater regengebied richting westen → boven Zuidoost-Azië
Slide 20 - Quizvraag
Vanaf nu de vragen zoals je ze krijgt op de toets!
Je krijgt steeds eerst bronnen te zien. En die moet je dan gebruiken bij de vragen.
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Gebruik bron 15. In de periode van de zestiende eeuw tot het begin van de negentiende eeuw (1500 - 1800) werd de basis gelegd voor de huidige multiculturele samenleving in Brazilië. 2p 21 Beredeneer dat de basis voor de huidige multiculturele samenleving in Brazilië toen werd gelegd.
Slide 24 - Open vraag
Rond 1900 groeide de export van onder andere suiker, koffie en rubber in Brazilië. 2p 22 Beredeneer dat door de groei van deze export de sociale ongelijkheid in Brazilië toenam.
Slide 25 - Open vraag
Door industrialisering in de eerste helft van de twintigste eeuw (1900 - 1950) werden de sociaal-economische verschillen tussen stad en platteland groter. Ook binnen de stad groeide de ongelijkheid. 1p 23 Geef aan op welke manier deze ongelijkheid zichtbaar werd in de ruimtelijke opbouw van de stad.
Slide 26 - Open vraag
Gebruik de bronnen 15 tot en met 17. Hieronder staan twee uitspraken over de sociale ongelijkheid in Brazilië. Uitspraak 1: in de meest gemestizeerde regio’s is de sociaal-economische ongelijkheid in het algemeen het grootst. Uitspraak 2: in de centrumgebieden van Brazilië wonen in het algemeen de meeste blanken en is de HDI het hoogst. 1p 24 Geef voor elke uitspraak aan of die juist of onjuist is.
Slide 27 - Open vraag
Stelling: de economie van Brazilië is gebaat bij een toename van de mondiale vraag naar grondstoffen. 2p 25 Geef een argument - voor deze stelling; - tegen deze stelling.
Slide 28 - Open vraag
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
De Amazone heeft bij de monding het grootste debiet van alle rivieren op aarde. Dit komt door een combinatie van twee factoren. 2p 21 Geef deze twee factoren.
Slide 33 - Open vraag
Gebruik bron 16 1p 22 Geef aan in welke richting de foto in bron 16 is gemaakt. Kies uit noord, oost, zuid of west.
Slide 34 - Open vraag
Gebruik het kaartenkatern. De Rio Negro voert in de periode juni-augustus het meeste water af. 2p 23 Leg dit uit aan de hand van de ligging van luchtdrukgebieden. Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.
Slide 35 - Open vraag
Gebruik bron 17. Langs de Juruá, een zijrivier van de Amazone in het westen van Brazilië, liggen meren met de vorm van een hoefijzer. Deze hoefijzervormige meren zijn oude meanders van de rivier. De vier meren die in bron 17 zijn aangegeven, zijn niet even oud. 2p 24 Noteer de letters van deze vier hoefijzervormige meren van oud naar jong op je antwoordblad.
Slide 36 - Open vraag
Gebruik bron 18 In Brazilië liggen stuwdammen niet in de Amazone zelf, maar in zijrivieren van de Amazone. 2p 25 Geef twee fysisch-geografische oorzaken waardoor in de Amazone zelf geen stuwdammen zijn aangelegd.
Slide 37 - Open vraag
Vrouwenemancipatie en demografie in Brazilië
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Tekstslide
Gebruik bron 1. Tussen 1960 en 2010 is in Brazilië het gemiddeld aantal kinderen per vrouw afgenomen. De Braziliaanse regering heeft invloed op deze afname gehad. 2p 21 Geef twee manieren waarop de Braziliaanse regering gezinsplanning heeft beïnvloed.
Slide 40 - Open vraag
Braziliaanse vrouwen in steden krijgen gemiddeld minder kinderen dan vrouwen op het platteland. 2p 22 Geef hiervoor twee redenen.
Slide 41 - Open vraag
De daling van het aantal kinderen per vrouw in Brazilië aan het eind van de vorige eeuw heeft geleid tot een verandering in de leeftijdsopbouw. 2p 23 Leg uit dat de veranderde leeftijdsopbouw de economische groei nu stimuleert. Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.