In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Welkom
Tas van tafel
Boeken & notitiespullen pakken
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel vorige les les
Ik kan een kruisingsschema van een kruising maken en daar daar conclusies uit trekken over P, F1 en F2 .
Voorbeeld: ik kruis een blondharige cavia met een bruinharige cavia. Hoe zullen de nakomelingen er uit zien?
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
PKU is een erfelijke stofwisselingsziekte. Dit wordt onderzocht met bloed uit een hielprik bij pasgeboren baby's. Wanneer het kind PKU heeft zal het kind een speciaal dieet moeten volgen.
Twee ouders die beide gezond zijn hebben al een kindje met PKU. Hoe groot is de kans dat hun tweede kind ook PKU heeft?
A
0%
B
25%
C
50%
D
75%
Slide 4 - Quizvraag
Bij fruitvliegjes komen vliegen voor met normale vleugels en met korte vleugels. Een vlieg met normale vleugels wordt gekruist met een vlieg met korte vleugels. Alle 80 nakomelingen hebben normale vleugels. Deze worden onderling opnieuw gekruist.
Hoeveel procent van deze nakomelingen is heterozygoot?
A
0%
B
25%
C
50%
D
75%
Slide 5 - Quizvraag
Een paardenfokker wil weten of een zwarte hengst homozygoot of heterozygoot is voor vachtkleur. Met wat voor merries moet hij deze hengst kruisen om hier achter te komen? Zwart is dominant, wit (schimmel) is recessief.
A
Homozygoot dominant
B
Homozygoot recessief
C
Heterozygoot
Slide 6 - Quizvraag
Ik kan een kruisingsschema van een monohybride kruising maken en daar daar conclusies uit trekken over P, F1 en F2 .
A
Dit lukt mij zelden.
B
Wel kruisingsschema's, geen conclusies.
C
Het lukt even vaak wel als niet.
D
Het lukt mij meestal.
Slide 7 - Quizvraag
Ik heb nog extra uitleg nodig
A
Ja
B
Nee
Slide 8 - Quizvraag
Aan het werk
Wat? Rond af en controleer de opgaven van par 12.1
Lees: paragraaf 12.2 en maak opgave 3 tm 7 en werk deze LessonUp door
Vragen? Vraag je buurman/vrouw. Daarna pas de leraar
Tijd? 20 minuten
Slide 9 - Tekstslide
Leerdoel
Je kent de termen intermediair en co-dominantie en kan deze toepassen in kruisingsschema's
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Intermediair
Bij intermediair is er sprake van geen recessief of dominant allel. De allelen zijn even dominant/recessief ten opzichte van elkaar en komen dus beiden tot uiting
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Voorkennis. Welke bloedgroepen zijn er allemaal?
Slide 14 - Open vraag
Bloedgroepen
Je bloedgroep wordt bepaald door één gen
Je hebt allelen I(A), I(B) en i
Er is hier sprake van co-dominantie
Slide 15 - Tekstslide
Soorten
I A I A - IA I B - I i - I B I B - i i - I A i - I B i
Slide 16 - Tekstslide
De kinderen van een man met bloedgroep A en een vrouw met bloedgroep AB kunnen de volgende bloedgroepen hebben:
A
Alleen A
B
Alleen AB
C
Alleen A, B en AB
D
Zowel A, B, AB als O
Slide 17 - Quizvraag
Als een man met bloedgroep A en een vrouw met bloedgroep B een kind hebben met bloedgroep O, hoe groot is dan de kans dat een tweede kind eveneens bloedgroep O zal hebben?
A
25%
B
50%
C
75%
D
100%
Slide 18 - Quizvraag
Aan het werk
Wat? Rond af en controleer de opgaven van par 12.1
Lees: paragraaf 12.2 en maak opgave 3 tm 7 en werk deze LessonUp door