zinsdelen ow

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Lezen
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik
Vorige les: zinsdeel en persoonsvorm

Slide 4 - Tekstslide

Hoe vind je de persoonsvorm?

Slide 5 - Tekstslide

De kinderen waarschuwden hun ouders.
A. Het onderstreepte woord is een persoonsvorm (duim omhoog)
B. Het onderstreepte woord is geen persoonsvorm (duim omlaag)

Slide 6 - Tekstslide

Een zinsdeel bestaat altijd uit één woord.
A. Waar (duim omhoog)
B. Niet waar (duim omlaag)

Slide 7 - Tekstslide

Zinsdeelstappenplan
Stap 1: Zoek de PV
Stap 2: Zet zinsdeelstrepen
Stap 3: Zoek het OW (onderwerp)
Stap 4: Zoek het WG (werkwoordelijk gezegde)

Slide 8 - Tekstslide

Het onderwerp
- is een zinsdeel
- begint nooit met een voorzetsel (aan, achter, op , langs, met enz.)

Er zijn twee manieren om het onderwerp te vinden:
1. Zoek de PV, zet zinsdeelstrepen en stel de vraag: Wie/wat + PV? Het antwoord op die vraag = OW
2. Zoek de PV, zet zinsdeelstrepen en verander de persoonsvorm van getal (enkelvoud wordt meervoud of omgedraaid. Het OW verandert mee. 

Slide 9 - Tekstslide

Hanne oefent met haar ski's op de piste.

Slide 10 - Tekstslide

Met een koffer stap ik op de trein.

Slide 11 - Tekstslide

Het werkwoordelijk gezegde 
- bestaat uit alle werkwoorden in een zin (PV + andere ww)
- geeft aan wat het onderwerp doet

Als de woordjes 'te' of 'aan het' voor een werkwoord staan horen ze bij het werkwoordelijk gezegde

Slide 12 - Tekstslide

Zullen we morgen samen een cadeau kopen in de stad?

Slide 13 - Tekstslide

Peter nodigt familie en vrienden uit voor zijn verjaardag

Slide 14 - Tekstslide

Zijn die scholieren over hun docent aan het roddelen?

Slide 15 - Tekstslide

Mijn zusjes zitten hun huiswerk te maken.

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag
Wat?: lees blz. 58 en maak opdracht 1, 2 en 3 (blz. 59) en lees blz. 88 en maak opdracht 1, 2 3 en 3 (blz. 89)
Hoe?: in stilte (je mag fluisterend een vraag stellen)

Klaar?: Lees verder in je leesboek
timer
20:00

Slide 17 - Tekstslide

Afsluiting
Zijn de lesdoelen bereikt:
Kun je het onderwerp in een zin vinden?
Kun je het werkwoordelijk gezegde in een zin vinden?

Hoe ging he?t?


Slide 18 - Tekstslide