Zinsdelen WG

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Lezen

Lesdoelen

Aan het einde van deze les kun je het werkwoordelijk gezegde van een zin vinden.

Lesprogramma

- Lezen (10 min)

- Introductie van de les: doelen en programma (5 min)

- Terugblik en huiswerk (10 min)

- Uitleg werkwoordelijk gezegde (10 min)

- Zelfstandig werken aan opdrachten (15 min)

- Afsluiting (5 min)

Terugblik

Vorige les: persoonsvorm, zinsdeel, onderwerp

Hoe vind je het onderwerp?

De kinderen waarschuwden hun ouders.

A. Het onderstreepte woord is een persoonsvorm (duim omhoog)

B. Het onderstreepte woord is geen persoonsvorm (duim omlaag)

Een zinsdeel bestaat altijd uit één woord.

A. Waar (duim omhoog)

B. Niet waar (duim omlaag)

Als onderwerp voor hun werkstuk kozen ze pooldieren

Het onderwerp in deze zin is:

a. Als onderwerp (1 vinger)

b. Pooldieren (twee vingers)

c. Kozen (drie vingers)

d. Ze (vier vingers)

Welke 2 manieren zijn er om het onderwerp te vinden?

Huiswerk nakijken

Opdracht 1 en 2 blz 28

Zinsdeelstappenplan

Stap 1: Zoek de PV

Stap 2: Zet zinsdeelstrepen

Stap 3: Zoek het OW (onderwerp)
Stap 4: Zoek het WG (werkwoordelijk gezegde)

Werkwoordelijk gezegde

filmpje Nieuw Nederlands

Zijn die scholieren over hun docent aan het roddelen?

Mijn zusjes zitten hun huiswerk te maken.

Aan de slag

- Maak opdracht 3 van blz. 29 

- Lees de theorie (groene blok) op blz. 58 en maak opdracht 1, 3 en 4 van blz. 59

Afsluiting

Zijn de lesdoelen bereikt:

Kun je het werkwoordelijk gezegde in een zin vinden?

Hoe ging het?