Past simple vs present perfect

Past simple vs present perfect
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Past simple vs present perfect

Slide 1 - Tekstslide

We have seen John last week.
A
true
B
false

Slide 2 - Quizvraag

I have never watched a play in the theatre.
A
true
B
false

Slide 3 - Quizvraag

She (to play) hockey since she was a child, she's pretty good.

Slide 4 - Open vraag

I (to play) hockey at school but I didn't like it.

Slide 5 - Open vraag

Past simple
- Je zegt iets over het verleden wat afgelopen is (toen en duidelijk)
- vorm: werkwoord + ed (regelmatig)
of onregelmatig (denk aan de rijtjes!)

He visited Glasgow last year.
 I heard that song yesterday.

Slide 6 - Tekstslide

Present perfect
- je praat over het verleden (toen en vaag),  het heeft effect op het heden of is nog niet afgelopen
- Vorm: has / have + voltooid deelwoord

She has bought a new computer.
He has lived in Spain for several years.

Slide 7 - Tekstslide

Present perfect
Vaak samen met een bijwoord
  J   just
    E   ever
                           A  always/ already
      N  never
Y  yet

Slide 8 - Tekstslide

Ik snap het verschil tussen de simple past en de present perfect
😒🙁😐🙂😃

Slide 9 - Poll

Josh ....(to brush) his teeth last night
A
brushed
B
has brushed

Slide 10 - Quizvraag

When we were in Italy last year we ....(to eat) a lot of pasta.
A
have eaten
B
ate

Slide 11 - Quizvraag

I am so tired, he (to be ) here all night.
A
has been
B
was

Slide 12 - Quizvraag

(you/to see) Mary lately?
A
Did you see
B
Have you seen

Slide 13 - Quizvraag

The burglar (to take) all her jewellery last year.
A
has taken
B
took

Slide 14 - Quizvraag

I (to lose) my keys, can you help me look for them?

Slide 15 - Open vraag

Last night I ( to lose) my keys so I had to sleep in the shed.

Slide 16 - Open vraag

I (to know) Julie for 5 years, we meet each weekend.

Slide 17 - Open vraag

She (to know) how to handle in that situation .

Slide 18 - Open vraag

Yesterday I (to see) all my friends. It was great.

Slide 19 - Open vraag

She (not / to see) her friends lately.

Slide 20 - Open vraag

They (to live) in London since 2018.

Slide 21 - Open vraag

He (to live) in Spain when he was younger.

Slide 22 - Open vraag

Ik snap het verschil nu beter tussen de verleden tijd en de voltooide tijd in het Engels
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

onregelmatige werkwoorden
hele werkwoord - verleden tijd - voltooid deelwoord

verkopen
to sell - sold -sold

Slide 24 - Tekstslide

voorspellen
A
to forecast - forecast - forecast
B
to forecast - forcasted - forecasted
C
to forecast - forcast - forcasted
D
to forecast - forcasted - forcast

Slide 25 - Quizvraag

vegen
A
to sweep - sweeped - sweeped
B
to sweep - swept - swept

Slide 26 - Quizvraag

schrijven

Slide 27 - Open vraag

liggen
A
to lay - lay - lay
B
to lie - lay - lay
C
to lie - lay - lain
D
to lie - lied - lied

Slide 28 - Quizvraag

vergeven

Slide 29 - Open vraag

Was this lesson useful?
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

Waarover willen jullie een workshop betreffende Engels?

Slide 31 - Open vraag