AD(H)D
1 / 30
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
WAAR STAAN DE LETTERS
ADHD VOOR
ADHD VOOR
A
Aandacht, Druk, Hyperactief, Dromerig
B
Attention, Deficit, Hyperactivity, Disorder
C
Aanbevolen,
Hoeveelheid,
Dagelijkse, Dopeness
D
Alle, Dagen, Heel, Druk
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Tot welke gevolgen kan
AD(H)D leiden voor het kind?
AD(H)D leiden voor het kind?
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
WAT SPEELT GEEN
BELANGRIJKE ROL BIJ AD(H)D
BELANGRIJKE ROL BIJ AD(H)D
A
Geslacht
B
Leeftijd
C
Voeding
D
Erfelijkheid
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
WAT KAN JE DOEN AAN
(EEN KIND MET) ADHD?
(EEN KIND MET) ADHD?
A
Valt niets aan te doen, is hersen aandoening
B
Met therapie gedrag gaan normaliseren
C
Onder controle houden met hulp van medicatie
D
De omgeving eromheen op het kind inrichten
Slide 16 - Quizvraag
HOE VAAK KOMT ADHD VOOR ONDER KINDEREN T/M 18 JAAR
A
2,5%
B
5%
C
7,5%
D
10%
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Hoe zou jij omgaan met Kenji?
Drie steekwoorden volstaan
Drie steekwoorden volstaan
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
LEERLINGEN MET ADHD:
HEB JE DIE EN KAN JE ER WAT MEE?
HEB JE DIE EN KAN JE ER WAT MEE?
A
Die heb ik zeker, en daar kan ik mee om
B
Die heb ik niet, en lijkt me ook lastig
C
Die heb ik zeker, en dat vind ik lastig
D
Die heb ik niet, maar denk dat het goed komt
