De Gerundio gebruik je om te vertellen wat je op dit moment aan het doen bent of wat er aan de gang is. Je gebruikt daarvoor het werkwoord estar + gerundio
+ gerundio vorm.
ESTAR
estoy estás está estamos estáis están
Slide 7 - Tekstslide
Hoe maak je de Gerundio?
estar
1. estoy
2. estás + stam + ando (-ar werkwoorden)
3. está + iendo (-er/ir) werkwoorden 1. estamos
2. estáis
3. están
Slide 8 - Tekstslide
Hoe maak je de Gerundio?
1. Ik ben aan het luisteren.
2. Ben jij aan het werken?
3. Hij is aan het voetballen.
1. Wij zijn aan het eten.
2. Wat zijn jullie aan het doen?
3. Zij zijn aan het praten.
Estoy escuchando.
Está jugando al fútbol.
Están hablando.
¿Estás trabajando?
Estamos comiendo.
¿Qué estáis haciendo?
Slide 9 - Tekstslide
Formas irregulares
Onregelmatige vormen
(Zie paragraaf 7.2 p.125)
decir - diciendo
venir - viniendo
pedir - pidiendo
leer - leyendo
ir - yendo
dormir - durmiendo
Slide 10 - Tekstslide
timer
5:00
Slide 11 - Tekstslide
Plaats van het wedererend vnmw. p.119 en120
De persoonlijke vnmw. staan meestal vóór het vervoegde werkwoord.
Me ducho. - Me he duchado. - ¿Las maletas? Yalas he hecho.
Bij de Gerundio kunnen de voornaamwoorden vóór estar staan ...
Me estoy duchando. - Las estoy haciendo.
Maar ze mogen ook direct achter de Gerundio staan. Om de klemtoon te handhaven krijgt de Gerundio dan wel een accent.
Estoy duchándome. - Estoy haciéndolas.
Slide 12 - Tekstslide
WB oef. 22 p.87
oef. 25 p. 88
Beantwoordde vragen. Let daarbij op de plaats van het pers. vnmw. bij de Perfecto en de Gerundio!
1. María ¿has hecho ya las maletas? =
María, heb jij de koffers al ingepakt?)
a. Ja, ik heb ze al ingepakt.
b. Op dit moment ben ik ze aan het inpakken.
Perfecto
Sí, ya las he hecho. = Ja, ik heb ze al ingepakt.
No, todavía no las he hecho. = Nee, ik heb ze nog niet ingepakt.
Gerundio
En este momento las estoy haciendo.
En este momento estoy haciéndolas.
timer
7:00
Slide 13 - Tekstslide
Importante....
Ook bij de Infinitief kunnen de voornaamwwoorden zowel vóór als achter het hele werkwoord staan.
Me quiero duchar. = Ik wil me douchen.
Quiero ducharme. = Ik wil me douchen.
Las quiero hacer. = Ik wil ze inpakken (de koffers)
Quiero hacerlas. = Ik wil ze inpakken (de koffers)
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
timer
2:00
60
61
Slide 16 - Tekstslide
¿Tienes ganas de...?
¡Buena idea!
Lo siento
Slide 17 - Tekstslide
Oefening 3c. pag. 89. Vandaag werd de les afgezegd. Stel je klasgenoot een van deze activiteiten voor. Hij/zij reageert hierop: