H3: Week 12 les 1 :uitleg spelling (meervoudsvormen)

- Nakijken oefening enkelvoudig / samengesteld
- Uitleg Spelling H3: meervoud
- Huiswerk maken

- Spelling H3: 1, 2 



1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

- Nakijken oefening enkelvoudig / samengesteld
- Uitleg Spelling H3: meervoud
- Huiswerk maken

- Spelling H3: 1, 2 



Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

Grammatica

- Je kunt enkelvoudige en samengestelde zinnen herkennen.

Spelling:
- Je beheerst de spelling van het meervoud van een zelfstandig naamwoord.

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 1 (vwo huiswerk)

  • 1 Vandaag ben ik vijfendertig geworden. E
  • 2 Morgen vier ik mijn verjaardag, want gisteren kon ik het niet vieren. S
  • 3 Omdat jij nooit geheimen verklapt, heeft Tim jou verteld dat hij gek is op Janneke. 
  • 4 Ik vertel jou een mooi verhaal over Tim. E
  • 5 Mijn broertje heeft morgen een toets, maar hij heeft geen zin om te leren. S

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 2: Bedenk zelf een enkelvoudige zin.

Slide 4 - Open vraag

Opdracht 3: Bedenk zelf een samengestelde zin.

Slide 5 - Open vraag

Spelling H3
Meervoudsvormen

Slide 6 - Tekstslide

Spelling H3: meervoudsvormen

1 Sommige woorden op -e hebben twee meervoudsvormen. (groenten - groentes)

2 De -f verandert in een -v en de -s verandert in een -z. (duiven - sluizen)

3 Woorden op -ee krijgen er +ën bij. (ideeën)

4 Woord op -ie krijgen er +ën bij of de laatste -e komt er een trema op. (melodieën - bacteriën)

5 Woorden die eindigen op een open klinker krijgen een 's erbij. (oma's, accu's)

6 Woorden eindigend op -ik, -et of -es (zonder klemtoon) krijgen GEEN medeklinkerverdubbeling. (slimmeriken - lemmeten- dreumesen)

7 Woorden eindigend op -man, worden -mannen, -lui en -lieden. ( zeelui - zeelieden)

8 Latijnse woorden krijgen een Latijnse uitgang. (musea - data - neerlandici)

9 Sommige woorden hebben geen meervoud of zijn er alleen in meervoud. (hersenen- rijst)

Slide 7 - Tekstslide

Noem een meervoudsvorm
dat eindigt op een klinker, maar geen
's krijgt.

Slide 8 - Woordweb

Noem een meervoudsvorm
met een Latijnse uitgang.

Slide 9 - Woordweb

Noem een zelfstandig naamwoord dat geen meervoud kent.

Slide 10 - Woordweb

Wat is het meervoud van alinea?
A
alineas
B
alinea's

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het meervoud van cowboy?
A
cowboys
B
cowboy's

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het meervoud van logé?
A
logés
B
logé's

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het meervoud van perzik?
A
perziken
B
perzikken

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het meervoud van cadeau?
A
cadeaus
B
cadeau's

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het meervoud van paragraaf?
A
paragraven
B
paragrafen

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het meervoud van musicus?
A
musicussen
B
musici

Slide 17 - Quizvraag

Huiswerk

- Spelling H3: 1, 2 



Slide 18 - Tekstslide