6-4: trappen van vergelijking

Welkom! Neem het huiswerk van blz. 214 voor je.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom! Neem het huiswerk van blz. 214 voor je.

Slide 1 - Tekstslide

Leg je boek op blz. 224 
en begin met lezen in je boek.

Slide 2 - Tekstslide

DOEL


Aan het eind van de les kun je de trappen van vergelijking goed gebruiken in combinatie met 'als' en 'dan'.


Slide 3 - Tekstslide

Bekijk dit filmpje:
https://you.be/5WDNRCtJUOw



Slide 4 - Tekstslide

trappen van vergelijking

Slide 5 - Tekstslide

Trappen van vergelijking

Slide 6 - Tekstslide

Uitzondering
Bij enkele woorden zijn
de trappen van vergelijking iets anders.

Kim heeft een oude rolstoel,
maar die rijdt nog goed.

Slide 7 - Tekstslide

Er zijn drie trappen van vergelijking: de stellende trap, de vergrotende trap en de overtreffende trap.


A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Hieronder staan trappen van vergelijking. Vul elke trap van vergelijking aan.
1 … - bozer - …
2 goed - … - …


A
boos, boost, goeder, goedst
B
boos, boost, beste, best
C
boos, boost, beter, best
D
boos, boost, beter, goedst

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

Als/dan
Gebruik dan:
- bij een vergrotende (of 'verkleinende') trap: meer dan, kleiner dan, mooier dan
- bij 'ander, andere en anders': het is anders dan ik dacht.

Gebruik als:
- bij 'net zo en even': net zo groot als, even mooi als
- bij 'niet zo': niet zo groot als
- bij 'drie keer, vier keer zo': vier keer zo groot als..

Slide 11 - Tekstslide

DE FOUTJES
  1. Lisa is jonger als mij.
  2. Gebruik 'dan' en 'als' niet door elkaar. 'Dan' komt altijd na een vergrotende trap.
  3. Lisa is jonger dan ik (ben).

Slide 12 - Tekstslide

Vandaag ben ik even slim als/ dan hem/ hij.
A
als en hem
B
als en hij
C
dan en hem
D
dan en hij

Slide 13 - Quizvraag

Check

Heb je de lesdoelen behaald?


-Weet je wat de trappen van vergelijking zijn?

-Weet je wanneer je 'dan' gebruikt?

-Weet je wanneer je 'als' gebruikt?

Als je het fijn vindt, hebben we nog 1x de uitleg in het volgende filmpje:

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Maken/huiswerk
Blz. 225:
Opdracht 1, 3, 4 en 5.

Slide 16 - Tekstslide