trappen van vergelijking

Michiel de Ruyter 
Michiel de Ruyter zijn schip was sterk, misschien wel sterker dan de meeste schepen, waarschijnlijk was zijn schip de sterkste van allemaal

- We kijken nu samen naar de video

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Michiel de Ruyter 
Michiel de Ruyter zijn schip was sterk, misschien wel sterker dan de meeste schepen, waarschijnlijk was zijn schip de sterkste van allemaal

- We kijken nu samen naar de video

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Trappen van vergelijking  MYP 2

Slide 3 - Tekstslide

DOEL



trappen van vergelijking en als/dan

- je weet wanneer je als/dan moet gebruiken bij de trappen van vergelijking


Slide 4 - Tekstslide

Bekijk dit filmpje:
https://you.be/5WDNRCtJUOw



Slide 5 - Tekstslide

trappen van vergelijking

Slide 6 - Tekstslide

Trappen van vergelijking

Slide 7 - Tekstslide

Uitzondering
Bij enkele woorden zijn
de trappen van vergelijking iets anders.

Kim heeft een oude rolstoel,
maar die rijdt nog goed.

Slide 8 - Tekstslide

Er zijn drie trappen van vergelijking: de stellende trap, de vergrotende trap en de overtreffende trap.


A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Hieronder staan trappen van vergelijking. Vul elke trap van vergelijking aan.
1 … - bozer - …
2 goed - … - …


A
boos, boost, goeder, goedst
B
boos, boost, beste, best
C
boos, boost, beter, best
D
boos, boost, beter, goedst

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

DOEL

- je weet wanneer je als/dan moet gebruiken bij de trappen van vergelijking
trappen van vergelijking en 
als en dan

Slide 12 - Tekstslide

Als/dan
Gebruik dan:
- bij een vergotende trap: meer dan, kleiner dan, mooier dan
- bij ander, andere en anders: het is anders dan ik dacht.

Gebruik als:
- bij net zo en even: net zo groot als, even mooi als
- bij niet zo: niet zo groot als
- bij drie keer, vier keer zo: vier keer zo groot als..

Slide 13 - Tekstslide

DE FOUTJES
  1. Lisa is jonger als mij.
  2. Gebruik 'dan' en 'als' niet door elkaar. 'Dan' komt altijd na een vergrotende trap.
  3. Lisa is jonger dan ik (ben).

Slide 14 - Tekstslide

Vandaag ben ik even slim als/ dan hem/ hij.
A
als en hem
B
als en hij
C
dan en hem
D
dan en hij

Slide 15 - Quizvraag

Evaluatie

Heb je de lesdoelen behaald?


-Weet je wat de trappen van vergelijking zijn?

-Weet je wanneer je 'dan' gebruikt?

-Weet je wanneer je 'als' gebruikt?

Als je het fijn vindt, hebben we nog 1x de uitleg in het volgende filmpje:

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Nu aan de slag
Je zet je camera en microfoon uit, kan je zelf meer trappen van vergelijking bedenken over de tijd van Michiel de Ruyter?
- Bedenk er 3 en maak er zinnen mee, zoals het voorbeeld in de eerste slide.
- 13.30 camera en microfoon weer aan. (Kahoot)
Huiswerk: Lees een hoofdstuk uit je boek en stuur me een korte spraakopname van wat je gelezen hebt

Slide 18 - Tekstslide