Je steekt je vinger op als je een vraag hebt/iets wilt zeggen.
Huiswerk en materialen zijn in orde.
Als je zelfstandig aan het werk ben, ben je stil aan het werk.
2e waarschuwingen, 3e waarschuwing nablijven.
Slide 2 - Tekstslide
Nakijken huiswerk
Wat:
blz.
opdrachten
Slide 3 - Tekstslide
At the end of the lesson
I can use can, could and should.
Slide 4 - Tekstslide
Modals (hulpwerkwoorden)
Modal verbs veranderen niet van vorm.
Na een modal verb, komt het hele werkwoord.
Welke hulpwerkwoorden heb je in het Engels:
Can
Could
Should = advies geven / niet verplicht
Slide 5 - Tekstslide
can = kunnen
Het modale hulpwerkwoord can kan gebruikt worden om mogelijkheid, bekwaamheid, en toestemming aan te duiden.
[Bekwaamheid] I can finish this task by tomorrow.
[Toestemming] Can I take a break?
[Mogelijkheid] If you cannot finish this today, you can continue tomorrow.
Slide 6 - Tekstslide
Could = zou kunnen
Het modale hulpwerkwoord could geeft ook mogelijkheid of toestemming aan, maar is in in vergelijking tot can een stuk beleefder; iets wat personen/dieren in het verleden konden.
[Toestemming] Could I take a break?
[Konden] She could run very fast when she was young.
Slide 7 - Tekstslide
Should = zou kunnen
Met het modale hulpwerkwoord should kan je advies aangeven, of een bepaalde verplichting stellen.
[Advies] You should talk to your colleague about this.