Révision apprendre 1-5 chapitre 2
1 / 15
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Kies het juiste woord.
................. au restaurant à huit heures.
................. au restaurant à huit heures.
A
Tu sais
B
N'importe quel
C
On se voit
D
Il saute
Slide 3 - Quizvraag
Vertaal naar het Frans:
mijn team
mijn team
Slide 4 - Open vraag
Kies het juiste woord:
Il peut ................ son frère pendant le match.
Il peut ................ son frère pendant le match.
A
victoire
B
battre
C
bricoler
D
devenir
Slide 5 - Quizvraag
Vertaal naar het Frans:
hun voeten
hun voeten
Slide 6 - Open vraag
Kies het juiste woord:
Les entraineurs ................ vérifier l'erreur.
Les entraineurs ................ vérifier l'erreur.
A
pouvoir
B
peut
C
pouvent
D
peuvent
Slide 7 - Quizvraag
Vertaal naar het Frans:
zij hebben gekund
zij hebben gekund
Slide 8 - Open vraag
jouw spreekbeurt =
A
ton exposé
B
ta exposé
C
son exposé
D
sa exposé
Slide 9 - Quizvraag
onze trainer =
Slide 10 - Open vraag
Vertaal naar het Nederlands:
Elle peut utiliser n'importe quel ballon.
Elle peut utiliser n'importe quel ballon.
A
Het maakt niet uit welke bal zij kan gebruiken.
B
Het is belangrijk welke bal zij gebruikt.
C
Het maakt niet uit welke bal zij gebruikt.
D
Je weet welke bal je kan gebruiken.
Slide 11 - Quizvraag
Vertaal naar het NL: Avant de commencer le jeu, il explique les règles.
Slide 12 - Open vraag
indispensable =
A
stevigheid
B
onmisbaar
C
voorzichtigheid
D
gek
Slide 13 - Quizvraag
Zij kunnen mijn bal gooien. =
A
Ils peuvent lancer ma ballon.
B
Ils pouvent sauter mon ballon.
C
Ils peuvent lancer mon ballon.
D
Ils peuvent courir mon ballon.
