Rekenen, theorie, Tijd

les-informatie
lesdoel   uitleggen / oefenen / toetsen

past bij   ffRekenen mbo 2

auteur   MB
datum   maart 2023

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

les-informatie
lesdoel   uitleggen / oefenen / toetsen

past bij   ffRekenen mbo 2

auteur   MB
datum   maart 2023

Slide 1 - Tekstslide

de tijd
"Doe niet alles op het laatste nippertje, maar plan je werkzaamheden!"


Slide 2 - Tekstslide

maten van tijd
1 eeuw - ..... jaar

1 jaar   - ..... kwartalen   (kwart = .../... = delen door ... ; 25%)
1 jaar   - ..... maanden
1 jaar   - ..... weken
1 jaar   - ..... dagen

Slide 3 - Tekstslide

maten van tijd
1 eeuw - 100 jaar

1 jaar   - 4 kwartalen   (kwart = 1/4 = delen door 4 ; 25%)
1 jaar   - 12 maanden
1 jaar   - 52 weken
1 jaar   - 365 dagen

Slide 4 - Tekstslide

het schema       het jaar in maanden
NB: Je mag NOOIT rekenen met 1 maand is 4 weken! (4x7=28)
nummer v.d. maand
naam v.d. maand
aantal dagen
nummer v.d. maand
naam v.d. maand
aantal dagen
01
januari
31 dagen
07
juli
31 dagen
02
februari
28 of 29 >>
08
augustus
31 dagen
03
maart
31 dagen
09
september
30 dagen
04
april
30 dagen
10
oktober
31 dagen
05
mei
31 dagen
11
november
30 dagen
06
juni
30 dagen
12
december
31 dagen

Slide 5 - Tekstslide

het schrikkel-jaar         1/4 van de 4-jaren-cyclus    25%
de internationale afspraak
3 gewone jaren    - februari heeft 28 dagen, 
                             het jaar heeft 365 dagen

1 schrikkeljaar*     - februari heeft een schrikkeldag, nl. 29 febr.
+                             het jaar heeft 366 dagen
4 jaren
* de laatste twee cijfers v.h. jaarnummer zijn deelbaar door 4
bijv.  2020 (20:4=5) dus 2020 was een schrikkeljaar

Slide 6 - Tekstslide

maten van tijd
1 week    - ..... dagen
1 etmaal - ..... uur

1 uur      - ..... minuten
1 minuut - ..... seconden
1 uur      - ..... x ..... seconden = ..... seconden
-------------------------------------------------------------------
1 seconde - ..... tiende seconde
1 seconde - ..... honderdste seconde

Slide 7 - Tekstslide

maten van tijd
1 week    - 7 dagen
1 etmaal - 24 uur

1 uur      - 60 minuten
1 minuut - 60 seconden
1 uur      - 60 x 60 seconden = 3600 seconden
-------------------------------------------------------------------
1 seconde -   10 tiende seconde           10/10
1 seconde - 100 honderdste seconde   100/100

Slide 8 - Tekstslide

tijd in het dagelijks leven
24/7 vierentwintig-zeven

fulltime werken

de werkweek - ..... dagen

de kantoor-uren

Slide 9 - Tekstslide

tijd in het dagelijks leven
24/7 vierentwintig-zeven      24 uur elke 7 dagen v.d. week

fulltime werken                    38-40 uur per week

de werkweek                       5 dagen (ma-vr)

de kantooruren                  09.00-17.00 uur

Slide 10 - Tekstslide

rekenen met tijd en decimalen                 maak aantekeningen
1 uur = 1,0 uur
2,1 uur = 2 uur + 0,1 uur = 2 uur + 1/10 uur
1/10 betekent delen door 10 x 1                          (1/10 = 10%)
1/10 uur is   1 uur : 10 x 1
1 uur is 60 minuten
1/10 uur = 60 minuten gedeeld door 10 x 1 = 6 minuten
2,1 uur = 2 uur + 6 minuten                                                
1,3 uur = 1 uur + 3/10 uur
3/10 uur = 60 minuten gedeeld door 10 x 3 = ..... minuten

Slide 11 - Tekstslide

rekenen met tijd en decimalen                 maak aantekeningen
1 uur = 1,0 uur
2,1 uur = 2 uur + 0,1 uur = 2 uur + 1/10 uur
1/10 betekent delen door 10 x 1                          (1/10 = 10%)
1/10 uur is   1 uur : 10 x 1
1 uur is 60 minuten
1/10 uur = 60 minuten gedeeld door 10 x 1 = 6 minuten
2,1 uur = 2 uur + 6 minuten                                                
1,3 uur = 1 uur + 3/10 uur
3/10 uur = 60 minuten gedeeld door 10 x 3 = 18 minuten
1,3 uur = 1  uur + 18 minuten

Slide 12 - Tekstslide

Hoeveel is 5,8 uur?

timer
1:00
A
58 minuten
B
5 uur en 8 minuten
C
5 uur en 80 minuten
D
5 uur en 48 minuten

Slide 13 - Quizvraag

Splits in uren en minuten.
7, 4 uur

timer
1:00
A
74 uur en 0 minuten
B
7 uur en 4 minuten
C
7 uur en 24 minuten
D
7 uur en 40 minuten

Slide 14 - Quizvraag

Reken uit:
2,50 uur

timer
0:30
A
2 uur en 50 minuten
B
2 uur en 30 minuten
C
2 uur en 5 minuten
D
2 uur en 300 minuten

Slide 15 - Quizvraag

oefenen met de aanpak van context-opgaven
tekst en rekenen
A. de opgave splitsen in info en vraag
1- Lees tekst. Bepaal of je onbekende woorden moet opzoeken.
2- Welke gegevens zijn er in de info-tekst en de afbeelding?
3- Welke gegevens zijn er in de vraag?
4- Wat moet ik doen bij de vraag?
B. nadenken over een oplossing
5- Welke berekeningen kunnen bij de info en de vraag passen?
C. 6- de berekening(en) maken
D. 7- controleren of het zou kunnen wat ik heb uitgerekend

Slide 16 - Tekstslide

Stap A.1 Lees en bekijk de afbeelding. Geef nog geen reactie.
Bedenk welke onbekende woorden je hier moet opzoeken.
Mieke moet elke dag 
haar hartslag meten. Zij
meet het aantal slagen
in 15 seconden. Wat 
moet zij invullen bij 
donderdag?

Slide 17 - Tekstslide

Stap A.1 Lees en bekijk de afbeelding. Geef nog geen reactie.
Bedenk welke onbekende woorden je hier moet opzoeken.
A1 
hele minuut   = 60 seconden
kwart minuut 
= 60 seconden : ..... = .....sec

Slide 18 - Tekstslide

Stap A.1 Lees en bekijk de afbeelding. Geef nog geen reactie.
Bedenk welke onbekende woorden je hier moet opzoeken.
A1 
hele minuut   = 60 seconden
kwart minuut 
= 60 seconden : 4 = 15 sec

Slide 19 - Tekstslide

A. de opgave splitsen in info en vraag
2- Welke gegevens zijn er in de info-tekst en de afbeelding?
3- Welke gegevens zijn er in de vraag?
Zij meet het aantal slagen in 15 seconden. Wat moet zij invullen bij donderdag?
info
aantal slagen in 15 seconden
afb. 23 slagen in 15 sec
       92 slagen in hele minuut
vraag
hoeveel slagen donderdag 
in hele minuut

                                     
                                                                  
                                                                  
                                                                    






                                                                                >>>

Slide 20 - Tekstslide

A4- Wat moet ik doen bij de vraag?
de vraag:
Hoeveel slagen in hele minuut op donderdag?

de taak
- maten gelijk maken (seconden en minuut)
- berekenen aantal slagen van 15 seconden naar hele minuut

Slide 21 - Tekstslide

B. 5- nadenken over een oplossing van de vraag: 

van minuut   seconden maken

welk deel is 15 seconden van een minuut?

Als je dit niet makkelijk vind, kun je verhoudingstabel gebruiken.

Slide 22 - Tekstslide

C 6- de berekeningen maken

1 minuut = 60 seconden
(60 : 15 = 4)  dus 15 seconden is 1/4 deel van 1 minuut
dus in 15 seconden 19 slagen   19 x 4 = 76 slagen per minuut
seconden
15 seconden
60 seconden
hartslagen
19
? slagen

Slide 23 - Tekstslide

C 6- de berekeningen maken

1 minuut = 60 seconden
OF (60 : 15 = 4)  dus 15 seconden is 1/4 deel van 1 minuut
dus in 15 seconden 19 slagen   19 x 4 = 76 slagen per minuut
OF
seconden
15 seconden
             1
60 seconden
hartslagen
19
1,26666666
? slagen
      75,9 slagen

Slide 24 - Tekstslide

D 7- controleren of het antwoord zou kunnen kloppen
antwoord delen door 4

(want een kwart minuut = 1/4 minuut

76 hartslagen : 4 = 19


Slide 25 - Tekstslide

Stap A.1 Lees en bekijk de afbeelding. Geef nog geen reactie.
Bedenk welke onbekende woorden je hier moet opzoeken.
Appel-pluk-robot plukt
30 appels per minuut.
Hoeveel appels plukt de robot
in een uur?

Slide 26 - Tekstslide

Stap A.1 Lees en bekijk de afbeelding. Geef nog geen reactie.
Bedenk welke onbekende woorden je hier moet opzoeken.
A1 wds

per minuut - in één minuut

---------------------------------------------------------------------------------------
plukken      - iets van iets anders afhalen (bijv. bloemen plukken)

Slide 27 - Tekstslide

A. de opgave splitsen in info en vraag
2- Welke gegevens zijn er in de info-tekst en de afbeelding?
3- Welke gegevens zijn er in de vraag?
Appel-pluk-robot plukt 30 appels per minuut.
Hoeveel appels plukt de robot in een uur?

info
30 appels in 1 minuut
vraag
in 1 uur
                                     
                                                                  
                                                                  
                                                                    






                                                                                >>>

Slide 28 - Tekstslide

A4- Wat moet ik doen bij de vraag?
de vraag:
hoeveel appels in 1 uur

de taak
- maten van tijd gelijkmaken
- berekenen hoeveel appels per uur

Slide 29 - Tekstslide

B. 5- nadenken over een oplossing van de vraag: 

vergelijken van 1 minuut met de minuten van 1 uur
kan makkelijk met een verhoudingstabel

Slide 30 - Tekstslide

C 6- de berekeningen maken

Appel-pluk-robot plukt 30 appels per minuut.
Hoeveel appels plukt de robot in een uur?
1 uur = 60 minuten
aantal appels
30 appels
     ?
? appels
tijd
1 minuut
     ?
60 minuten

Slide 31 - Tekstslide

C 6- de berekeningen maken

Appel-pluk-robot plukt 30 appels per minuut.
Hoeveel appels plukt de robot in een uur?
1 uur = 60 minuten
aantal appels
30 appels
     ?
1800 appels
tijd
1 minuut
     ?
60 minuten

Slide 32 - Tekstslide

D 7- controleren of het antwoord zou kunnen kloppen
Appel-pluk-robot plukt 30 appels per minuut.
Hoeveel appels plukt de robot in een uur?

30 appels in 1 minuut
300 appels in 10 minuten
600 appels in 20 minuten
900 appels in 30 minuten     2 x 30 = 60
                                          2 x 900 = 1800
Met de verhoudingstabel hadden we ook 1800 appels berekend.

Slide 33 - Tekstslide

2x variëren met de gegevens
>>>

Slide 34 - Tekstslide

C 6- de berekeningen maken

Appel-pluk-robot plukt 30 appels per minuut.
Hoeveel appels plukt de robot in een half uur?     1/2=0,5=50%
1/2 uur = 30 minuten





>>>
aantal appels
30 appels
     ?
? appels
tijd
1 minuut
     ?
30 minuten

Slide 35 - Tekstslide

C 6- de berekeningen maken

Appel-pluk-robot plukt 30 appels per minuut.
Hoeveel appels plukt de robot in een half uur?     1/2=0,5=50%
1/2 uur = 30 minuten
aantal appels
30 appels
     ?
30 x 30 appels = 900 appels
tijd
1 minuut
     ?
30 minuten

Slide 36 - Tekstslide

C 6- de berekeningen maken

Appel-pluk-robot plukt 15 appels per 30 seconden.
Hoeveel appels plukt de robot in een uur? 
1 uur = ..... seconden    
aantal appels
15 appels
     ?
? appels
tijd
30 seconden
     ?
..... seconden

Slide 37 - Tekstslide

C 6- de berekeningen maken

Appel-pluk-robot plukt 15 appels per 30 seconden.
Hoeveel appels plukt de robot in een uur? 
1 uur = 3600 seconden    




De robot plukt 1800 appels in een uur.
aantal appels
15 appels
     0,5 appel
1800 appels
tijd
30 seconden
    1 seconde
3600 seconden

Slide 38 - Tekstslide

huiswerk voor dinsdag 4 april 2023
leren en maken
alles van het domein Grootheden en eenheden,
hoofdstuk Tijd

Slide 39 - Tekstslide