Toeslagen en sociale kaart

Toeslagen belastingdienst + sociale kaart
Laatste theorieles 
sociaalzekerheidsrecht 
leerjaar 2 
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
SociaalzekerheidsrechtMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Toeslagen belastingdienst + sociale kaart
Laatste theorieles 
sociaalzekerheidsrecht 
leerjaar 2 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld berekening toetsingsinkomen

Maandinkomen 2021 = 1.000 euro
Jaarinkomen 2021 = 12 x 1.000  euro + vakantietoeslag 950 euro = 12.950 euro
Bedrag waarmee inkomen in 2022 stijgt = 1.500 euro
Geschat toetsingsinkomen voor 2022 = 14.450 euro

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt de hoogte van het toetsingsinkomen (in 2023) van Jan die in 2022 een belastbaar jaarinkomen had van € 20.000,00 en met ingang van 1 januari 2023 6 uur per week minder zal gaan werken en daarmee ongeveer € 2.500 minder zal verdienen in 2023?

Slide 5 - Open vraag

20.000 minus 2.500
Toetsingsinkomen 2023 = 17.250
Toeslagpartner
Bij het vaststellen van het inkomen, gaat het niet alleen om het inkomen van de aanvrager, maar om het gezamenlijk inkomen van de aanvrager en zijn toeslagpartner!

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie is toeslagpartner?
a. De echtgenoot/geregistreerde partner
b. De meerderjarige persoon met wie de aanvrager op hetzelfde adres staat ingeschreven en een samenlevingscontract mee heeft afgesloten bij de notaris en/of samen een koopwoning mee heeft en/of een kind mee heeft
c. De fiscale partner, dit is de medebewoner die de Belastingdienst voor de inkomstenbelasting beschouwt als partner van de aanvrager



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Géén toeslagpartner:
De medebewoner die niet voldoet aan een van de hiervoor genoemde omschrijvingen is géén toeslagpartner, dus bijvoorbeeld:
- kinderen, kleinkinderen, broer of zus, ouders en grootouders van de aanvrager;
- Een (onder)huurder

Let op bij huurtoeslag!
Voor de huurtoeslag telt de medebewoner mee die onderdeel uitmaakt van het huishouden en die in de BRP staat ingeschreven op het adres van de aanvrager van de huurtoeslag. Medebewoners voor de huurtoeslag zijn dus ook een inwonend kind, of een inwonende ouder. Zij zijn géén toeslagpartner.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie is toeslagpartner?
Aanvrager Piet (40) en zijn broer Jan (38) die na het overlijden van hun ouders samen in het ouderlijk huis zijn blijven wonen.
A
Piet
B
Jan
C
Piet en Jan
D
Allebei niet, want zijn broers

Slide 9 - Quizvraag

Piet en Jan, omdat zij op hetzelfde adres staan ingeschreven en samen een woning hebben.
Wie is toeslagpartner?
Aanvrager Leontien (38) woont, na de scheiding van haar man, samen met haar 23-jarige zoon en haar 19-jarige pleegdochter in een koopwoning.
A
Leontien
B
Leontien en zoon
C
Leontien en zoon en pleegdochter
D
Er is geen toeslagpartner

Slide 10 - Quizvraag

Leontien heeft geen toeslagpartner, want kinderen zijn geen toeslagpartner. Is daarnaast sprake van een koopwoning, dus van huurtoeslag is geen sprake.
Wie is toeslagpartner?
Aanvrager Sjors (50) woont met zijn vrouw Anita (47) en hun 21-jarige zoon in een huurhuis.
A
Sjors
B
Sjors en Anita
C
Sjors, Anita en hun zoon
D
Er is geen toeslagpartner

Slide 11 - Quizvraag

Sjors en Anita, want zijn gehuwd.
Heeft wel gevolgen voor de aanvraag van huurtoeslag.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Recht op huurtoeslag (2022)
  • De huur mag niet hoger zijn dan € 763,47.
  • Alleenstaande: inkomen is maximaal € 32.500 en vermogen is maximaal € 31.747. 
  • Partners: inkomen is maximaal € 40.500 en vermogen is maximaal
    € 63.494.
  • Vermogen van thuiswonende kinderen tot 18 jaar telt mee!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

John (21) woont op kamers in een studentenhuis. Hij deelt de keuken en douche. Hij betaalt € 250 per maand.
Heeft John recht op huurtoeslag?

Slide 14 - Open vraag

Nee, John heeft geen zelfstandige woonruimte, want deelt keuken en douche, dus komt niet in aanmerking. 
Suzie ontvangt huurtoeslag. Nu overlijdt haar tante. Suzie neemt de zorg voor haar nichtje op zich. Wat zijn de gevolgen voor de huurtoeslag van Suzie?

Slide 15 - Open vraag

Suzie behoudt haar toeslag, maar ze gaat mogelijk meer ontvangen omdat haar inkomensgrens hoger wordt (van alleenstaand naar gezamenlijk inkomen). Inkomen medebewoner telt mee. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Recht op zorgtoeslag
Het jaarinkomen is maximaal € 31.998.

Het gezamenlijke jaarinkomen is maximaal € 40.944.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het voor het recht op kinderopvangtoeslag van belang hoeveel uur de minstwerkende ouder werkt?

Slide 19 - Open vraag

Voor die uren zal opvang moeten worden geregeld. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kan het juridisch loket wel of geen hulp bieden aan een vrouw die problemen heeft met het invullen van een formulier voor het aanvragen van een rolstoel.
A
Wel hulp
B
Geen hulp

Slide 24 - Quizvraag

Nee, want het is geen juridische vraag Dit is meer een taak voor de gemeente/maatschappelijk werk.
Kan het juridisch loket wel of geen hulp bieden aan een man die een brief wil opstellen om de huurbaas achterstallig onderhoud te laten verrichten.
A
Wel hulp
B
Geen hulp

Slide 25 - Quizvraag

Betreft een juridische vraag mbt huurrecht
Kan het juridisch loket wel of geen hulp bieden aan een man die een echtscheidingsprocedure wil opstarten.
A
Wel hulp
B
Geen hulp

Slide 26 - Quizvraag

Nee, want er moet een rechtszaak gevoerd worden.
Kan het juridisch loket wel of geen hulp bieden aan een ondernemer die advies wil bij een zakelijke transactie.
A
Wel hulp
B
Geen hulp

Slide 27 - Quizvraag

Het juridisch loket is er enkel voor particulieren, niet voor ondernemers.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke rechtsbijstandverlener kan een zelfstandig ondernemer helpen die van zijn onderneming een BV wil maken.
A
Advocaat
B
Notaris
C
Deurwaarder

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke rechtsbijstandverlener kan een vrouw helpen die na haar ontslag een ontslagvergoeding wil aanvragen.
A
Advocaat
B
Notaris
C
Deurwaarder

Slide 30 - Quizvraag

Maar is niet verplicht. Het betreft een zaak bij de kantonrechter, een juridisch adviseur kan ook dienst doen. 
Welke rechtsbijstandverlener kan een man en een vrouw helpen die een samenlevingscontract willen laten opstellen.
A
Advocaat
B
Notaris
C
Deurwaarder

Slide 31 - Quizvraag

Een samenlevingscontract kan ook onderhands, maar wanneer notarieel vastgelegd zijn daar fiscale voordelen aan verbonden:
- erfgenaam vwb gezamenlijke bezittingen;
- gunstiger tarief erfbelasting bij overlijden;
- partnerpensioen.
Welke rechtsbijstandverlener kan een ondernemer helpen die nog een tiental rekeningen heeft openstaan en deze wil laten innen.
A
Advocaat
B
Notaris
C
Deurwaarder

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tot zover!

Slide 34 - Tekstslide

De Raad kijkt naar het inkomen en vermogen als er een aanvraag wordt gedaan voor een bijdrage in de kosten van een mediator of advocaat. Peildatum hiervoor is twee jaar geleden. Deze gegevens worden aangeleverd door de Belastingdienst. Het inkomen en vermogen van een partner wordt ook bekeken als de aanvrager op het moment van de aanvraag:
- Samenwoont
- Getrouwd is
- Geregistreerd partnerschap heeft