1E - Bespreken diagnostische toets + oefenen - 8/3/2021


*Opgaven doornemen
*Specifieke vragen over de stof
*Tijd om te oefenen/leren/lezen
Bespreken diagnostische toets woordsoorten
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les


*Opgaven doornemen
*Specifieke vragen over de stof
*Tijd om te oefenen/leren/lezen
Bespreken diagnostische toets woordsoorten

Slide 1 - Tekstslide

Welke woordsoort vind je het lastigst om in een zin te herkennen?
olw en blw
bn en zn
hww en zww
vr.vnw
aanw. vnw
vz
bw

Slide 2 - Poll

Welke woordsoort vind je het minst moeilijk om in een zin te herkennen?
olw en blw
bn en zn
hww en zww
vr.vnw
aanw. vnw
vz
bw

Slide 3 - Poll

Opgaven uit de diagnostische toets 

Slide 4 - Tekstslide

Opgaven uit de diagnostische toets 

Slide 5 - Tekstslide

Opgaven uit de diagnostische toets 

Slide 6 - Tekstslide

Opgaven uit de diagnostische toets 

Slide 7 - Tekstslide

3. Noteer een zelfstandig naamwoord dat géén enkelvoud kent. 
3 (2p) Er zijn meerdere antwoorden mogelijk: hersenen, notulen, Paralympische Spelen, financiën, inkomsten, Olympische Spelen.
(1p voor een woord waarvan geen meervoud bestaat: goud, wijn, huiswerk, muziek, nieuws, geld). 

Opgaven uit de diagnostische toets 

Slide 8 - Tekstslide

4 Noteer van de volgende zinnen: hulpwerkwoord (hww) en zelfstandig werkwoord (zww).
A (1P) De docenten blijven  streven naar betere overgangsresultaten in klas 1.
B (1P) Uiteindelijk zou de directeur afgezien hebben van de buitensporig hoge vertrekpremie.

4. A (1p, per fout -1): hww = blijven; zee = streven
B (1p, per fout -1p): hww = zou, hebben zww = afgezien
Opgaven uit de diagnostische toets 

Slide 9 - Tekstslide

5 (2P) Maak twee verschillende zinnen met het werkwoord ‘proberen’: een zin waarin het werkwoord ‘zoeken’ een hulpwerkwoord is en een zin waarin het werkwoord ‘zoeken’ een zelfstandig werkwoord is. Elke zin bestaat uit minimaal vier woorden. Het werkwoord mag je vervoegen. 

5. (2p, per zin 1p, per fout -1): zoeken → proberen
Hww: Hij probeert te gaan.
Zww: Hij wil het proberen. 
Opgaven uit de diagnostische toets 

Slide 10 - Tekstslide

6 (2P) Zijn onderstaande beweringen juist of onjuist?
A Het vuilnis op straat moet snel opgeruimd worden.
De zin bevat drie werkwoorden waarvan alleen ‘moet’ een hww is. --> onjuist
B Tijdens de cruise rekenen de gasten op een uitstekende service.
Rekenen op is het zww. --> juist
C Bestaat deze winkelketen nog altijd?
Bestaat is de pv en dus een hww. --> onjuist 

Opgaven uit de diagnostische toets 

Slide 11 - Tekstslide

Opgaven uit de diagnostische toets 

Slide 12 - Tekstslide

Opgaven uit de diagnostische toets 

Slide 13 - Tekstslide

3 typen vragen: 
theorie: 1, 3 en 6 
toepassen: 2, 4, 8
inzicht:  5 en 7
cijfer berekenen: punten delen door 1,7

Slide 14 - Tekstslide

Over welke woordsoort(en) wil je morgen graag nog wat meer uitleg?

Slide 15 - Open vraag



Oefenen: opgaven in de brug (blz. 251-254) en opgaven in de gewone hoofdstukken (zie leerschema voor bladzijdes).



Leren: theorie in het boek doornemen/lessen bekijken op LessonUp. Ook theorie in de map woordsoorten op its. 


Nu: oefenen/leren/lezen
Tip: maak het leren actief! 
Bedenk zelf voorbeelden/bevraag jezelf/maak tekeningen van de woordsoorten/etc.

Slide 16 - Tekstslide

Lesafsluiting
Hopelijk heb je een idee waarmee je morgen kunt gaan oefenen. Ik heb morgen een paar woordsoortpuzzels mee  en kan extra uitleg geven aan wie daar behoefte aan heeft. 

Neem je leesboek ook mee zodat je wat te doen hebt als je klaar bent. 

Slide 17 - Tekstslide