wk 7: grammatica herhaling leerjaar 1

Wk 7: grammatica
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wk 7: grammatica

Slide 1 - Tekstslide

klas 2Q en 2V: 1-toets maken
Je gaat een 1-toets maken over samentrekkingen, apostrof en meervouden.

Ga naar socrative
roomnumber: 360028

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
Spelling:
Je hebt een 1-toets gemaakt over citeren, komma en samenstellingen. 

Grammatica:
  • Je hebt als voorbereiding op deze les een overzicht gemaakt van alle woordsoorten en zinsdelen die je in leerjaar 1 hebt geleerd.

Slide 3 - Tekstslide

1-toets bespreken (citeren, komma en samenstellingen)

Je docent doorloopt de toets en laat de juiste antwoorden op het scherm zien. Je eigen toets heb je al per mail ontvangen.

Slide 4 - Tekstslide

grammatica
De woordsoorten die je hebt geleerd in leerjaar 1 worden herhaald.

Slide 5 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord (pers.vnw)
Woorden als ik, jij, hij, zij, wij , jullie, u, zijn persoonlijke voornaamwoorden. 

Ezelsbruggetje: Je kunt altijd een naam invullen op de plek van het persoonlijk voornaamwoord. 
Voorbeeld: Hij gaat straks naar voetbal.  -->   Mark gaat straks naar voetbal. 

Let op: ook 'het' is een persoonlijk voornaamwoord. Het ezelsbruggetje van hiervan gaat niet op. Als 'het' niet hoort bij een zelfstandig naamwoord, is het automatisch een pers. vnw. 

Het kan de hele week nog blijven vriezen. --> pers.vnw
Het cadeau is gisteren bezorgd bij de jarige. --> lidwoord (lw)

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht in tweetallen:
Bedenk een kort 'verhaal' van 5 regels (getypt Arial 11pt). 

  1. Je mag geen namen noemen.
  2. Je gebruikt minimaal 4 verschillende persoonlijke voornaamwoorden. Eén daarvan is het pers.vnw 'het'. 
  3. Je gebruikt 1 x 'het' als lidwoord.
timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

zww / hww
De naam zegt het al, een zelfstandig werkwoord (zww) kan als enige werkwoord  (zelfstandig) in de zin staan. 

Een hulpwerkwoord kan niet alleen in de zin staan, dit werkwoord heeft 'hulp' nodig van andere werkwoorden. 

Slide 8 - Tekstslide

Een hww heeft dus hulp nodig van andere werkwoorden. Dus:

Mijn neefje komt vanavond logeren.  --> hww

Maar:
Mijn neefje komt vanavond. --> zww

Het is dus niet zo dat het werkwoord 'komt' altijd een hww of zww is. Het ligt helemaal aan de zin!
---------------------------------------------------------------------------------------
Opdracht: Kun jij een werkwoord bedenken dat altijd een hulpwerkwoord in de zin zal zijn? 

Slide 9 - Tekstslide

een zww of hww vinden in de zin
1 ww in de zin: zelfstandig werkwoord

meerdere ww in de zin?
1. Staat er een voltooid deelwoord in de zin? --> zww
2. Zoek het laatste werkwoord op in de zin --> zww

Alle overige ww zijn hulpwerkwoorden

Slide 10 - Tekstslide

even oefenen......
Ik ga straks met mijn moeder winkelen.
Ik kook vanavond. 
Blijf van mijn spullen af!
Tijdens die moeilijke toets heb ik mij vergist in enkel vragen.
Tegen het einde van de middag gaat oma naar huis. 

hww of zww

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht individueel
Bedenk 3 verschillende werkwoorden die je ook zou kunnen uitbelden. Bedenk bij ieder werkwoord 2 zinnen en onderstreep het:

1e zin: het werkwoord is hier een zww
2e zin: het werkwoord is hier een hww
timer
7:00

Slide 12 - Tekstslide

Afsluiting
Huiswerk:

2p: 4 maart 1-toets samentrekkingen, apostrof en meervouden






Slide 13 - Tekstslide