Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Modal verbs
1 / 17
volgende
Slide 1:
Video
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
17 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
What kinds of verbs (werkwoorden) do you know? (Dutch answers are fine)
Slide 2 - Open vraag
Types of verbs (werkwoorden)
1.
Main verb
(hoofdwerkwoord)
She was
walking
to school.
2.1
Helping verb
(hulpwerkwoord)
She
was
walking to school.
2.2
Modal verb
(modaal werkwoord)
She
may
walk to school.
Slide 3 - Tekstslide
Modal verbs
can / could / may / might / will / would / shall / should / must / ought to
She ... go to school.
Do all of these modal verbs fit in the sentence?
What strikes you?
Slide 4 - Tekstslide
Modal verbs
We use modal verbs for (see page 219 and 220):
certainty - zekerheid
possibility - kans
obligation - verplichting
ability - mogelijkheid
permission - toestemming
Slide 5 - Tekstslide
What does the modal verb say?
I must post this letter.
A
zekerheid
B
verplichting
C
mogelijkheid
D
toestemming
Slide 6 - Quizvraag
What does the modal verb say?
I will wash the dishes.
A
zekerheid
B
verplichting
C
mogelijkheid
D
toestemming
Slide 7 - Quizvraag
What does the modal verb say?
John may leave the classroom.
A
zekerheid
B
verplichting
C
mogelijkheid
D
toestemming
Slide 8 - Quizvraag
What does the modal verb say?
I can do that for you.
A
zekerheid
B
verplichting
C
mogelijkheid
D
toestemming
Slide 9 - Quizvraag
Modal verbs
What we have seen so far, is that
modal verbs
can give different meanings to a
main verb
.
But how do we actually FORM them in sentences?
Slide 10 - Tekstslide
Modal verbs
You cannot add -s in the Present Simple.
She cans ski
= she can ski
There is no do / does / don't / doesn't / did / didn't in questions and negatives.
What should I do?
Can I help you?
Slide 11 - Tekstslide
Modal verbs
3. Modal verbs are always followed by the infinitive (hele werkwoord) without
to.
Hele werkwoord = to go
You must go.
Slide 12 - Tekstslide
Practice
Start with WB page 24 ex 28
timer
5:00
Slide 13 - Tekstslide
What to do now?
Start with page 26
(this is homework for Wednesday 15-01)
Slide 14 - Tekstslide
Give an example of a modal verb (or more).
Slide 15 - Open vraag
What does the modal verb say?
I could do my homework tomorrow, but today is better I think.
A
verplichting
B
mogelijkheid
C
kans
D
toestemming
Slide 16 - Quizvraag
How well do you understand modal verbs on a scale of 1-4
(1 = not at all / 4 = very well)
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 17 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Recap Present Perfect vs Past Simple + Modals
Juni 2022
- Les met
29 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Week 2: Passive (8B)
Augustus 2022
- Les met
16 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Modals
Juni 2022
- Les met
17 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
5-6 3T Modal verbs
Juni 2024
- Les met
19 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Modal verbs
Januari 2020
- Les met
21 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Modal verbs
April 2022
- Les met
18 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Unit 3 Modal Verbs - Students work alone
Januari 2024
- Les met
40 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Week 5 O18 les 1 Modal verbs + past modals I. 3 U. 3 p. 30-33.
Januari 2023
- Les met
39 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 4