1. Hoe vertaal je deze tijd naar het Nederlands?
2. Noem minstens 3 signaalwoorden die met de indefinido gaan.
3. Geef 2x aan wanneer de indefinido wordt gebruikt.
4. Vertel wat de uitgangen van de indefinido zijn.
5. Noem 3 indefinidos waarvan de stam helemaal anders is.
6. Noem de uitgangen van de indefinidos waarvan de stam anders is.