KT1: lezen: H1, 2, 3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 1

Lezen H1, 2, 3

Test

Lees (en beluister) de tekst.

Hoeveel alinea's heeft de tekst?

1. Twee alinea's
2. Drie alinea's
3. Vier alinea's
4. Vijf alinea's

Wat is het onderwerp van de tekst?

1. Tips voor een spreekbeurt
2. Voorbereiden voor een spreekbeurt
3. Zenuwachtig voor een spreekbeurt

Uit welke alinea ('s) bestaat de inleiding?

1. Alinea 1
2. Alinea 1 en 2

Uit welke alinea ('s) bestaat het middenstuk?

1. Alinea 2
2. Alinea 3
3. Alinea 2 en 3
4. Alinea 2, 3 en 4

Uit welke alinea ('s) bestaat het slot?

1. Alinea 3
2. Alinea 4
3. Alinea 3 en 4

Wat staat er in de inleiding?

1. Een grappig verhaaltje over een spreekbeurt
2. Een vraag over het geven van een spreekbeurt
3. Voorbeelden van zenuwen tijdens een spreekbeurt

Wat lees je in het middenstuk?

1. Een grappig verhaaltje over een spreekbeurt
2. Een vraag over het geven van een spreekbeurt
3. Tips om een goed onderwerp voor je spreekbeurt te vinden
4. Tips om minder zenuwachtig te zijn tijdens een spreekbeurt

Hoeveel tips worden er in totaal gegeven?

1. In totaal vier tips (twee tips in alinea 2 en twee tips in alinea 3)
2. In totaal vijf tips (drie tips in alinea 2 en twee tips in alinea 3)
3. In totaal vijf tips (twee tips in alinea 2 en drie tips in alinea 3)
4. In totaal zes tips (drie tips in alinea 2 en drie tips in alinea 3)

Wat doet de schrijver in het slot?

1. De schrijver geeft antwoord op een eerder gestelde vraag uit de inleiding
2. De schrijver samen wat er in het middenstuk staat
3. De schrijver geeft een conclusie
4. De schrijver geeft een toekomstverwachting

Lees (en beluister) de tekst.

Hoeveel alinea's heeft de tekst?

1. 3 alinea's
2. 4 alinea's
3. 5 alinea's
4. 6 alinea's

Wat is het onderwerp van de tekst?

1. Een boekje voor brugklassers.
2. Advies van brugklassers aan basisschoolleerlingen.
3. Open dagen op het voortgezet onderwijs.
4. Basisschoolleerlingen in Emmen.

Uit hoeveel alinea's bestaat de inleiding.

1. één alinea
2. twee alinea's
3. .

Welke alinea's vormen het middenstuk?

1. alinea 2 en 3
2. alinea 2, 3 en 4
3. alinea 2, 3, 4 en 5.

Boven welke alinea past het tussenkopje
'Ervaringen van brugklassers'?

1. Boven alinea 2
2. Boven alinea 3
3. Boven alinea 4

Boven welke alinea past het tussenkopje
'Eerste exemplaar'?

1. Boven alinea 2
2. Boven alinea 3
3. Boven alinea 4

In de inleiding van de tekst maak je kennis met het onderwerp door...

1. een grappig verhaaltje
2. een interview met Ben den Hamer
3. een voorbeeld
4. vragen over het onderwerp

Waarom is het boekje voor basisschoolleerlingen volgens Den Hamer niet bedoeld als reclame?

In welke zin van het slot staat het belangrijkste uit de tekst nog een keer?

1. In de eerste zin van het slot
2. In de tweede zin van het slot