WK 6 AH1 - 5.3, 5.4 & 5.5

Lesplanning les 2
Procenten en procentberekeningen
Percentage berekenen
Werken aan de weektaak
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Lesplanning les 2
Procenten en procentberekeningen
Percentage berekenen
Werken aan de weektaak

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Percentages
Je ziet hiernaast een 10x10 vierkant
Van de 100 vierkantjes zijn er 26 blauw
Je ziet hiernaast een (evengroot!) 20x20 vierkant
Van de 400 vierkantjes zijn er 80 groen

Slide 2 - Tekstslide

Noteer hier:
26 van de 100 = 26% = 26/100 (als breuk) = 0,26
delen door 100 --> komma 2 plekjes naar links

zelfde bij 80 van de 400 is 20 van de 100
Aantallen berekenen
De tuin hiernaast is 580 m2 groot.
42% van de tuin is gras. 
Hoeveel m2 is dat?

Slide 3 - Tekstslide

42% van de 580 is
42/100 x 580 =  (delen door 100 --> komma 2 plekjes naar links)
0,42 x 580 = 243,6 m2
Merk op dat 42% = 0,42
Hoeveel is 36% van 820?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Op een spijkerbroek van €49,95 krijg je 15% korting. Hoeveel bedraagt de korting?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Percentages berekenen
Stel: Er zitten 26 leerlingen in een klas. Van hen hebben er 18 een voldoende voor een proefwerk wiskunde. Hoeveel procent is dit?

Slide 6 - Tekstslide

Eerst 1 leerling (breuk: 1/26 x 100%)
Daarna 18 leerlingen (breuk: 18/26 x 100%)

Tonen wat in te voeren in de rekenmachine.

Percentages afronden op één decimaal. 

Formule:  percentage = (aantal/totaal)x100%
400 hardlopers doen mee met een sponsorloop. 30 lopers halen een bedrag op van boven de €100,-. Hoeveel procent is dat?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens een schaatswedstrijd rijden 10 van de 26 schaatsers een persoonlijk record.
Hoeveel procent is dit?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning les 3
Vereenvoudigen bij verhouding
Werken aan de weektaak

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vereenvoudigen bij verhoudingen
Voor 5 leerlingen heb je 3 zakken chips nodig en voor
20 leerlingen 12 zakken. In beide gevallen krijgt iedere leerling evenveel. 
leerlingen
zakken chips

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vereenvoudigen bij verhoudingen
Afspraak: We vereenvoudigen verhoudingen altijd zo ver mogelijk.

Voor de verhouding van 72 en 64 geldt dan:
...
...

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Welke getallen staan er onder de 24 en 60?
A
70 en 150
B
64 en 160
C
64 en 128
D
72 en 160

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vereenvoudig:
80 : 48

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning les 1
Terugblik: verhoudingen 
Een evenredig verband
Werken aan de weektaak

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij een slager betaal je 10 euro voor 2 kg vlees.
Het bedrag en het aantal kilo's vlees is in
 Je kan hier een                                        bij maken.
Sleep de juiste waardes in de verhoudingstabel:
gewicht in kg
2
20
8
16
4
bedrag
10
verhouding
verhoudingstabel
100
40
80
20

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Evenredigheid
Bij een groenteman betaal je €5,- voor 4 kg aardappelen. 
Je kan hierbij deze verhoudingstabel maken:
gewicht in kg
4
2
1
8
10
bedrag in €
5
2,50
1,25
10
12,50

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evenredigheid
Je kan de grafiek hierbij tekenen:
gewicht in kg
4
2
1
8
10
bedrag in €
5
2,50
1,25
10
12,50

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evenredigheid
gewicht in kg
2
20
8
16
4
bedrag
10
100
40
80
20

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evenredig verband
gewicht in kg
2
20
8
16
4
bedrag
10
100
40
80
20

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evenredig 
  • Bij een evenredigheid hoort een 
       verhoudingstabel
  • Bij een evenredigheid hoort als
       grafiek een rechte lijn door (0,0).
  • Vermenigvuldig  je de ene met 
        2, 3, 4..., dan moet je de andere 
        ook  vermenigvuldigen met 2, 3, 4...

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Welke getallen staan er onder de 6 en 20?
a
2
10
4
6
20
N
8
40
16
...
...
A
32 en 64
B
24 en 80
C
24 en 64
D
32 en 80

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke letter
zie je een
evenredig
verband?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning les 2
Omgekeerd evenredig
Werken aan de weektaak

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omgekeerd evenredig
Een stuk strand heeft een oppervlakte
van 1200 m2.
Als je alleen komt, heb je het strand voor jezelf.
Komt er nog een persoon, dan moet je delen.

aantal mensen
1
2
3
4
5
6
aantal m2

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omgekeerd evenredig
aantal mensen
1
2
3
4
5
6
aantal uren
60
30
20
15
12
10
  • Vermenigvuldig je de ene met 2, 3, 4... , dan moet je de ander delen door 2, 3, 4....
  • Het product van de ene en de andere is steeds hetzelfde getal.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welke getallen staan er onder de 9 en de 36 in de tabel?
A
8 en 3
B
6 en 2
C
8 en 2
D
6 en 3

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soort verband is er te vinden in de tabel hiernaast?
A
omgekeerd evenredig
B
evenredig

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke tabel(len) horen bij omgekeerd evenredig

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Weektaak

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies