11 mei

Wat doen we vandaag?
  • Vragen 10B en/of taaloefeningen?
  • Grammatica hoofdstuk 11
  • Vertalen 11A
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat doen we vandaag?
  • Vragen 10B en/of taaloefeningen?
  • Grammatica hoofdstuk 11
  • Vertalen 11A

Slide 1 - Tekstslide

Vragen 10B?

Slide 2 - Open vraag

Het gebruik van de AcI
  • Waarom een ACI?
  • Om dat de Romeinen dingen zo effectief mogelijk willen zeggen. Vergelijk:
  • Petrus dicit, ut puella sonam audiret. 
  • Petrus puellam sonam audire dicit. 

Slide 3 - Tekstslide

AcI met twee accusativi
  • Pas op met twee accusativi: de ene is de subjectsaccusativus, de andere de objectsaccusativus. 
  • Latona lapidem capit.
  • Petrus videt, ut Latona lapidem capiat. 
  • Petrus Latonam lapidem capere videt. 
  • Latona: subject => subjectsaccusativus in AcI.
  • lapidem: object => blijft object bij capere. 

Slide 4 - Tekstslide

Modus

Tijd

These

Slide 5 - Tekstslide

Modi










Nee.... modi, geen mode...

Slide 6 - Tekstslide

Modi
  • Het Latijnse werkwoord heeft naast een tijd ook een modus of wijze:
  • Infinitivus (onbepaalde wijs) 
  • Indicativus (aantonende wijs)
  • Imperativus (gebiedende wijs)
  • Conjunctivus (aanvoegende wijs) 
  • Participium (deelwoord)

Slide 7 - Tekstslide

Tijden en zo...
  • Heden (praesens)
  • Verleden (imperfectum, perfectum, plusquamperfectum)
  • Toekomst (futurum)

Slide 8 - Tekstslide

These
Is het onderwerp degene die het doet 
of
is het onderwerp degene die het ondergaat?

Slide 9 - Tekstslide

Activum
  • Het onderwerp is de handelende persoon. 
  • De persoonsvorm is actief en geeft de actie aan die uitgevoerd wordt. 
  • Bijvoorbeeld: 
  • Obelix Romanum pulsat.
  • Obelix slaat de Romein. 

Slide 10 - Tekstslide

Passivum
  • Het onderwerp ondergaat  lijdzaam de handeling. 
  • De persoonsvorm is passief.
  • De handelense persoon kan weergegeven worden door
  • a(b) + ablativus.
  • Voorbeeld: 
  • Romani pulsantur (ab Obelixe).
  • De Romeinen worden geslagen.

Slide 11 - Tekstslide

Passivum.
  • Deus puellam vocat
  • De god roept het meisje.
  • Het onderwerp "doet" de handeling: actief. 
  • Puella vocatur a deo.
  • Het meisje wordt geroepen door de god.
  • Het onderwerp ondergaat de handeling: passief.
  • Leer de uitgangen van het praesens en imperfectum.

Slide 12 - Tekstslide

PPP
Het participium perfectum passivum kan je het beste vergelijken met een voltooid deelwoord.
Het kan dus ook bijvoeglijk worden gebruikt (en gedraagt zich in het Latijn als een bijvoeglijk naamwoord).
Voorbeeld:
De Romeinen zijn geslagen
De geslagen Romeinen. 

Slide 13 - Tekstslide

Participium: PPP
  • Het participium perfectum passivum kan je het beste vergelijken met een voltooid deelwoord.
  • Het kan dus ook bijvoeglijk worden gebruikt (en gedraagt zich in het Latijn als een bijvoeglijk naamwoord). 

Slide 14 - Tekstslide

Participium: PPP
  • Voorbeeld:
  • pulsare => pulsatus
  • Romanus pulsatus est.
  • De Romein is geslagen
  • Romani pulsati.
  • De geslagen Romeinen. 
  • Vorming van het ppp:
  • Zie bladzijde 150.

Slide 15 - Tekstslide

Euander Arcas fuit, nepos Pallantis, regis Arcadiae.

Slide 16 - Open vraag

Hic patrem suum occidit, et ob hoc venit ad Italiam.

Slide 17 - Open vraag

Expulsisque aboriginibus tenuit loca, in quibus nunc est Roma;

Slide 18 - Open vraag

et parvum oppidum fundavit in monte Palatino.

Slide 19 - Open vraag

Hic mons dictus est Palatinus a Pallante, avo Euandri, vel a filia Euandri, Pallantea, ab Hercule vitiata, et illic sepulta.

Slide 20 - Open vraag

Dum ibi aliquamdiu moratur, bovesque,
quos occiso Geryone abstulerat, pascit,

Slide 21 - Open vraag

Cacus, servus Euandri, aliquos furabatur;

Slide 22 - Open vraag

versis vestigiis cauda ad speluncam traxit, ne vestigia quaerentem ad speluncam ferrent.

Slide 23 - Open vraag

Cum eos, diu quaesitos, Hercules mugitu unius bovis invenisset, [Quos... cum Hercules...]

Slide 24 - Open vraag

Cacum, de spelunca tractum, et fumeam evomentem caliginem, occidit.

Slide 25 - Open vraag

Aan het werk. 
  • Leer de woordjes en grammatica t/m 11A
  • Vertaal  11A, 1 t/m 5. 

Dit is ook huiswerk.

Slide 26 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 27 - Open vraag

Wat is nog onduidelijk?
Waar wil je meer over weten?

Slide 28 - Open vraag