Les 2 - MijnCaress / rapporteren

 Studiebegeleiding 

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

 Studiebegeleiding 

Slide 1 - Tekstslide

Les 2. Mijn Caress 

Slide 2 - Tekstslide

1. Voorbereiding/vragen vooraf?
- Hoe heb jij je voorbereid op deze training?
- Zijn er vanuit de voorbereiding vragen? 
“Voor deze workshops/les wordt de applicatie LessonUp gebruikt. Deze app download je op basis van vrijwilligheid op je eigen privé-device. Door het downloaden van de applicatie maak je het mogelijk om beperkte persoonsgegevens ( lees: jouw naam en antwoorden) uit te wisselen met de docent van SVRZ gedurende deze les. Hierop is de AVG van toepassing.”

Slide 3 - Tekstslide

Mijn Caress

Slide 4 - Tekstslide

Rondkijken in de oefenomgeving

Slide 5 - Tekstslide

Tips voor rapporteren 
- Schrijf respectvol over de cliënt en zijn/haar naaste(n).
- Vermeld wat je hebt afgesproken met de cliënt en/of naaste(n).
- Beschrijf alleen feiten en geef niet je eigen mening. Wil je toch je mening geven, geef dan duidelijk aan dat het om jouw mening gaat.
- Heeft een situatie je aangegrepen of ben je nog emotioneel over een situatie, wacht dan even met rapporteren of spreek een collega, zodat je wat later objectief kunt rapporteren.
- Trek geen conclusie/stel geen diagnose als je daartoe niet bevoegd bent.
-  Gebruik geen afkortingen die niet gangbaar zijn in de Nederlandse taal en vermijd vaktaal. Schrijf zodat iedereen het kan begrijpen. 
- Let op taal-, schrijf en typefouten. De automatische correctie kan onbedoeld voor vreemde zinnen zorgen. Vraag eventueel of een collega meeleest ter controle.
- Eerst informeren, dan rapporteren. Zorg dat er bij bijzondere gebeurtenissen eerst contact is geweest met de familie voor je rapporteert in het dossier.

Slide 6 - Tekstslide

Hulpmiddel bij het opstellen van rapportage
S – Subjectief: Informatie afkomstig van de cliënt zelf. Wat zegt de cliënt over zijn/ haar eigen beleving (of wat zegt familie).
O – Objectief: Directe observatie van de situatie door jou: het gedrag van de cliënt zoals jij dit waarneemt.
A – Analyse: Conclusie getrokken uit subjectieve en objectieve gegevens die je hebt verzameld: wat denk je dat er aan de hand is?
P – Plan: Dat is uitgevoerd of uitgevoerd moet worden: wat ga je doen? Wat is de reactie van de cliënt hierop? Hoe moet er verder gehandeld worden?

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld
U moet vaak naar het toilet.
     “Vaak” is niet objectief. En moet de cliënt dan plassen of ontlasting krijgen?
     S – U vertelde dat u steeds moet plassen.
     O – U ging tijdens de dagdienst zes keer naar het toilet.
     A – Normaal gaat u twee keer per dienst naar het toilet.
     P – In overleg met arts urine opvangen en 1e contactpersoon bellen.

Slide 8 - Tekstslide

Bestudeer rapportage en kijk wat er anders kan

Slide 9 - Tekstslide

Afronden
Vragen?

Volgende les: Dinsdag 28 januari 13.00-15.30
Onderwerpen: Wassen, douchen en incontinentiezorg

Slide 10 - Tekstslide