type gedragingen

soorten gedrag
conflictgedrag
sleutel en supernormale prikkel
gedrag bij geboorte
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

soorten gedrag
conflictgedrag
sleutel en supernormale prikkel
gedrag bij geboorte

Slide 1 - Tekstslide

Stel je voor dat je op een regenachtige dag thuis op de bank zit, lekker warm onder een deken met een kop thee en je favoriete serie aan. Je weet dat je de vuilnis nog moet buitenzetten. Wanneer zal je het daadwerkelijk gaan doen?
A
Wanneer de motivatie hoog is
B
Wanneer de drempelwaarde hoog is
C
Wanneer de drempelwaarde boven de motivatie uit komt
D
Wanneer de motivatie boven de drempelwaarde uit komt

Slide 2 - Quizvraag

Wat was een sleutelprikkel ook al weer?

Slide 3 - Tekstslide

sleutelprikkel / supernormale prikkel
pikgedrag van jongen van een vogel is een sleutelprikkel
sterkste reactie is een supernormale prikkel. 

rode vlek in de afbeelding is natuurlijk
donkere vlek geeft een supernormale prikkel

Slide 4 - Tekstslide

gedrag bij de geboorte
gevoelige periode- op jonge leeftijd leer je veel. moeder biedt veiligheid en voeding --> Altijd dicht bij je moeder blijven
inprenting- leren in de gevoelige periode

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

associatief leren= zintuigelijke prikkel (gezoem) koppelen aan een andere prikkel (pijn)
Boeren in Afrika plaatsen bijenkasten bij plantages
Een zintuigelijke prikkel aan een andere prikkel koppelen


Slide 7 - Tekstslide

'Raar' gedrag
Conflictgedrag: reactie op tegenstrijdige prikkels.

3 soorten conflictgedrag:
Ambivalent gedrag
Omgericht gedrag
Overspronggedrag

Slide 8 - Tekstslide

'Raar' gedrag
Bij ambivalent gedrag wissel je tussen twee tegenstrijdige gedragssystemen.

Kind dat schuilt graag bij ouders maar ook boos is als ze weg zijn geweest.

Hond zelfverzekerd (staart)
oren naar achter, laag zitten(onzeker)






Slide 9 - Tekstslide

'Raar' gedrag
Bij omgericht gedrag uit agressie zich op iets of iemand die daar niks mee te maken heeft. 

Gooien met dingen tijdens een ruzie met iemand. 











Slide 10 - Tekstslide

'Raar' gedrag
Bij overspronggedrag uit zich in gedragselementen die niet bij de situatie horen.

Het achter je oor krabben of wrijven over je kin bij het nadenken.












Slide 11 - Tekstslide

Een hond bijt bij het uitlaten steeds in zijn riem.
Dit is een voorbeeld van ...
A
Ambivalent gedrag
B
Omgericht gedrag
C
Overspronggedrag
D
Imponeergedrag

Slide 12 - Quizvraag

De docent klikt tijdens de uitleg met zijn pen. Dit is een voorbeeld van...
A
Ambivalent gedrag
B
Omgericht gedrag
C
Overspronggedrag

Slide 13 - Quizvraag

Iemand wordt beledigd. Hij kan hier op verschillende manieren op reageren.

Bij welke manier is er sprake van omgericht gedrag?
A
Hij krabt zich op zijn hoofd.
B
Hij loopt weg.
C
Hij slaat erop los.
D
Hij slaat met zijn vuist op tafel.

Slide 14 - Quizvraag

Dit is een voorbeeld van..
A
Ambivalent gedrag
B
Omgericht gedrag
C
Overspronggedrag
D
Baltsgedrag

Slide 15 - Quizvraag

oefenen
1.2: 22 en 24
1.3: 28, 31, 33 en 36 

Slide 16 - Tekstslide