8.3 + 8.4 - Hoe kunnen landen zich ontwikkelen + Hoe dragen wij ons steentje bij?

Welkom 
Economen! 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom 
Economen! 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Wat is ook alweer het BBP van een land?

Slide 3 - Open vraag

waarom is de prijs van gas uit Rusland het afgelopen jaar is gestegen? Gebruik in je antwoord de termen vraag en aanbod.

Slide 4 - Open vraag

Moeten we als NL/ EU wel of niet gas blijven importeren uit Rusland? Waarom wel/niet?

Slide 5 - Open vraag

Hoofdstuk 8
Paragraaf  3 - Hoe kunnen landen zich ontwikkelen?
Paragraaf 4 - Hoe dragen wij ons steentje bij?








/
4TL

Slide 6 - Tekstslide

Wat moet ik kennen en kunnen?
  • 5 verschillende vormen van ontwikkelingshulp kunnen benoemen en voorbeelden kunnen noemen. 
  • Weten wat een microkrediet is en hoe dit werkt.
  • Weten wat Fairtrade is en hoe dit werkt.
  • Weten wat NL doet aan ontwikkelingshulp.

Slide 7 - Tekstslide

TERUGKIJKEN: Leerdoelen par 1 + 2 
  • Hoe je het inkomen per hoofd van de bevolking berekent
  • Dat alleen kijken naar het gemiddelde inkomen niet genoeg zegt over de welvaart van een land. Waar moet je nog meer naar kijken?
  • Weten van welke kenmerken er sprake is bij ontwikkelingslanden.
  • Weten waarom ontwikkelingslanden weinig exportinkomsten hebben.
  • Uit kunnen leggen wat de ruilvoet is en waarom de ruilvoet voor ontwikkelingslanden vaak slecht is.
  • Uit kunnen leggen landen doen tegen schommelende grondstofprijzen

Slide 8 - Tekstslide

Soorten ontwikkelingshulp
Noodhulp = hulp die gericht is op het verlenen van basisbehoeften 
  • Vaak n.a.v. oorlogen, natuurrampen.
  • Voorbeeld: Eten, drinken, medicijnen, tenten en kleding

Structurele hulp = hulp om de oorzaken van armoede te bestrijden.
  • Voorbeeld: Scholing, gezondheidszorg, infrastructuur, werk


Slide 9 - Tekstslide

2

Slide 10 - Video

Soorten ontwikkelingshulp
Bilaterale hulp = Hulp die rechtstreeks tussen twee landen gaat 
  • Bijvoorbeeld Nederland geeft geld aan Ghana om het onderwijs te verbeteren.
Gebonden hulp = Hulp waaraan voorwaarden zijn verbonden
  • Bijvoorbeeld dat het in Nederland moet worden aangeschaft bij een bedrijf.
Ongebonden hulp = Is hulp zonder voorwaarden
  • Nederland geeft een miljoen aan de VN tegen armoede. 



Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Zou jij als boer in ontwikkelingsland een microkrediet willen of fairtrade?
Geef een argument voor je mening.

Slide 14 - Open vraag

Wat doet NL aan ontwikkelingshulp?
  • De Nederlandse overheid stelt jaarlijks een bedrag beschikbaar voor ontwikkelingssamenwerking.
  • Daarnaast wordt er jaarlijks geld gereserveerd voor noodhulp aan slachtoffers van oorlogsgeweld en natuurrampen.



Slide 15 - Tekstslide

Wat doet NL aan ontwikkelingshulp?
  • De doelstelling van de Verenigde Naties (VN) is dat landen ten minste 0,7% van hun nationaal inkomen aan ontwikkelingssamenwerking besteden.
  • De overheid geeft subsidies aan Nederlandse bedrijven die in ontwikkelingslanden investeren in fabrieken of andere bedrijven.



Slide 16 - Tekstslide

Zou jij bij de verkiezingen op een partij stemmen die veel of weinig geld geeft aan ontwikkelingshulp?
Geef een argument voor je mening

Slide 17 - Open vraag

Wat bedoelen we met
'bilaterale hulp'?
A
Hulp van de Verenigde Naties
B
Hulp voor en door meerdere landen
C
Hulp tussen twee landen onderling
D
Hulp voor economische zelfstandigheid

Slide 18 - Quizvraag

Cambodja is getroffen door een zware aardbeving en krijgt hulp uit Nederland. Met het geld dat Cambodja van Nederland heeft gekregen, moet in Nederland worden besteed voor nieuwe goederen/diensten. Om welke vorm van ontwikkelingshulp gaat het hierom?
A
Noodhulp
B
gebonden hulp
C
ongebonden hulp
D
structurele hulp

Slide 19 - Quizvraag

Hoe helpt fairtrade boeren in ontwikkelingslanden.
A
Fairtrade zorgt voor dat de producten van de boeren in arme landen eerlijk prijs krijgen.
B
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
C
Wereldhandelsorganisatie
D
Een voorwaarde is dat kleine boeren organiseren en samenwerken. (Cooperaties

Slide 20 - Quizvraag

Wat moet ik kennen en kunnen?
  • 5 verschillende vormen van ontwikkelingshulp kunnen benoemen en voorbeelden kunnen noemen.
  • Weten wat een microkrediet is en hoe dit werkt.
  • Weten wat Fairtrade is en hoe dit werkt.
  • Weten wat NL doet aan ontwikkelingshulp.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Hoe kun je een vicieuze cirkel van armoede in een ontwikkelingsland het beste doorbreken?
A
Door noodhulp.
B
Door structurele hulp.

Slide 24 - Quizvraag

Licht je vorige antwoord toe.

Slide 25 - Open vraag