§ 4 Tekstverbanden en signaalwoorden

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Synoniem voor:
eerlijk
A
betrouwbaar
B
gezellig
C
lief
D
onaardig

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de tegenstelling van dik
A
dun
B
groot
C
mooi
D
lelijk

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 8 - Open vraag

Deze tekst bestaat uit zes alinea’s. Waaraan kun je dat zien?

Slide 9 - Open vraag

Juist

Slide 10 - Sleepvraag

Het tussenkopje van alinea 3 is ‘Een innovatieve ingeving’. Wat betekent dit?

A
een idee voor een bijzondere uitvinding
B
een vernieuwende, plotselinge gedachte

Slide 11 - Quizvraag

De kernzin van alinea 5 is

zin van de alinea.
A
de eerste
B
de tweede
C
de laatste

Slide 12 - Quizvraag

In alinea 5 staat dat Hidde ‘de stoute schoenen aantrekt’. Deze uitdrukking betekent:
A
Iets moedigs doen
B
Iets ondeugends doen
C
nieuwe schoen aantrekken

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

En
A
Opsomming
B
Tijdsvolgorde
C
Voorbeeld

Slide 20 - Quizvraag

Daarna
A
Opsomming
B
Tijdsvolgorde
C
Voorbeeld

Slide 21 - Quizvraag

Nu
A
Opsomming
B
Tijdsvolgorde
C
Voorbeeld

Slide 22 - Quizvraag

Bijvoorbeeld
A
Opsomming
B
Tijdsvolgorde
C
Voorbeeld

Slide 23 - Quizvraag

Denk aan
A
Opsomming
B
Tijdsvolgorde
C
Voorbeeld

Slide 24 - Quizvraag

Wat zijn de signaalwoorden?
Ik ga eerst met Omar naar het zwembad, daarna gaan we naar de bioscoop.

Slide 25 - Open vraag

Ik ga eerst met Omar naar het zwembad, daarna gaan we naar de bioscoop.
A
Opsomming
B
Tijdsvolgorde
C
Voorbeeld

Slide 26 - Quizvraag

Maaike zit op dansen en volgt een cursus tekenen. Daarnaast loopt ze nog hard.
A
Opsomming
B
Tijdsvolgorde
C
Voorbeeld

Slide 27 - Quizvraag

Wat is het signaalwoord?
Ik heb veel bijzondere spullen van de formule 1, zo heb ik een cap met handtekening!

Slide 28 - Open vraag

Ik heb veel bijzondere spullen van de formule 1, zo heb ik een cap met handtekening!
A
Opsomming
B
Tijdsvolgorde
C
Voorbeeld

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide