H4 lijdend voorwerp

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

H4 

Lijdend voorwerp

(2 lessen)

Stappen

• Persoonsvorm
• Werkwoordelijk gezegde
• Onderwerp
• Lijdend voorwerp

Zinsdelen

Persoonsvorm (pv) - zin in een andere tijd zetten

werkwoordelijk gezegde (wg) - pv en alle werkwoorden

onderwerp (ow) - wie (wat) + pv? 

Lijdend voorwerp (lv) - wat (wie) + wg + ow? = lv

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin: Jan wandelt met zijn vrienden naar huis.

Wij hebben gisteren hardgelopen.
Persoonsvorm?

1. wij
2. Hebben
3. Hebben hardgelopen
4. gisteren

Wat is een persoonsvorm altijd?

1. Lidwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. werkwoord

Werkwoordelijk gezegde

• alle werkwoorden in de zin, ook de persoonsvorm
• "te" of "aan het" horen bij het wg als ze voor een ww staan.

Hij is aan het bakken.

De bloemen zijn sinds gisteren uitgedroogd. 

werkwoordelijk gezegde

Wat is het gezegde in:
Fluitend liep Tonny het veld af na de gewonnen wedstrijd

1. Fluitend
2. liep
3. liep fluitend
4. liep fluitend af

Wat is het gezegde in de zin: Ze zit al uren te knutselen

1. zit
2. zit knutselen
3. zit te knutselen
4. er is geen gezegde

Hoe vind je het onderwerp?

wat is het onderwerp?

Pieter krijgt opnieuw strafwerk.

1. Pieter
2. Hoek
3. Opnieuw
4. In

Wat is het onderwerp?

Ik zal morgen zeker komen.

1. Zal
2. Ik
3. Morgen
4. Zeker

Onderwerp
De leerlingen uit klas 1d letten altijd goed op.

Oefenen

https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-onderwerp-en-persoonsvorm/

https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-2-werkwoordelijk-gezegde-2-hv/

Hoe vind je de pv?

https:

Hoe vind je het gezegde?

Hoe vind je het onderwerp?

Aantekening

Schrijf op in je schrift:

pv = zin in een andere tijd zetten

wg = pv en alle ww

ow = wie (wat) + pv?

Lijdend voorwerp

Wat (soms wie) + gezegde + onderwerp? 

Jan pakt een boek.

Pv = pakt

ow = Jan

lv = een boek

Wat is het lijdend voorwerp?

De man geeft de jongen een hand.

1. de man
2. geeft
3. de jongen
4. een hand

Wat is het lv ?
Hij heeft het formulier verzonden.

1. hij
2. heeft verzonden
3. formulier
4. het formulier

Wat is het lv?
Volgende week gaan we naar Frankrijk.

1. volgende week
2. gaan
3. naar Frankrijk
4. er is geen lv

Ik heb gisteren een lekkere pizza gebakken.
lv=

1. een lekkere pizza
2. heb gebakken
3. ik
4. gisteren

opdrachten maken en oefenen

https://quizizz.com/admin/quiz/600eb803c6cb7e001d7855b3

Opdrachten maken - taalverzorging - lijdend voorwerp