4Mdgs - §6.4 "Nederland en Europa"

Eerste Feministische Golf
NIEUW
Paragraaf 6.4 - 
Nederland en Europa
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Eerste Feministische Golf
NIEUW
Paragraaf 6.4 - 
Nederland en Europa

Slide 1 - Tekstslide

VIDEO
HISTOCLIPS: De Europese Unie

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

EGKS
1951
Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal
  • Samenwerking na WOII om nieuwe oorlog te voorkomen.
  • Gemeenschappelijk bestuur kolen- en staalindustrie.  
  • Controle wapenindustrie.
  • Bevorderen economische voordelen in voordeel Wederopbouw EU. 
  1. Nederland
  2. België
  3. Luxemburg
  4. Frankrijk
  5. West-Duitsland
  6. Italië

Slide 4 - Tekstslide

EEG
1958
Europese Economische Gemeenschap
  • Uitbreiding economische samenwerking EGKS.
  • Oprichting in Verdrag van Rome. 
  • Binnen de EEG kwam er een gemeenschappelijke markt.
  • Vrije handel onderling
  • Samenwerking landbouw, handel en transport.

Slide 5 - Tekstslide

De EG
1967
Europese Gemeenschap
  • Samenvoeging van de EGKS en de EEG
  • Bijvoorbeeld volledige vrije handel, geen invoerbelasting.
  • Steeds meer Europese landen sluiten zich aan. 

Slide 6 - Tekstslide

De Europese Unie
1993
  • De landen van de Europese Gemeenschap willen eind jaren '80 nog meer gaan samenwerken.
  • Bijvoorbeeld op het gebied van: milieu, criminaliteit en de verkeersveiligheid.

Slide 7 - Tekstslide

VIDEO
CLIPHANGER: Wie is de baas van de EU?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Het bestuur van Europa

  • De Europese Commissie
  • Het Europees Parlement
  • De Raad van Ministers
  • Europese Raad

Slide 10 - Tekstslide

Europese Commissie

  • Dagelijks bestuur van de EU.
  • De Europese Commissie bestaat uit 28 eurocommissarissen. Elk land heeft één commissaris. Een Europese voorzitter. 
  • De Commissie stelt nieuwe wetten voor en zorgt dat wetten worden uitgevoerd.
  • De Europese Commissie kan alleen allemaal tegelijk ontslagen worden. 

Slide 11 - Tekstslide

Europees Parlement

  • Het Europees Parlement bestaat uit 751 leden. Ze worden iedere vijf jaar door de burgers van de lidstaten gekozen. Hoe meer inwoners. hoe meer zetels.  
  • Europese wetsvoorstellen moeten door het parlement worden goed gekeurd. Ook mag het parlement wetsvoorstellen wijzigen. (recht van amendement) 

Slide 12 - Tekstslide

Raad van Ministers
  • De Raad van Ministers bestaat uit alle ministers van alle lidstaten. Eigenlijk is de samenstelling elke keer anders, want als het over het milieu gaat dan komen alleen de ministers van Milieu.  
  • De Raad van Ministers moet, net als het Europees Parlement, elk nieuw wetsvoorstel goedkeuren of afkeuren.

Slide 13 - Tekstslide

Europese Raad
  • De regeringsleiders van de 28 landen van de EU.
  • Zij bepalen het beleid van de EU. 

Slide 14 - Tekstslide

Welke wet geldt?
  • Wetten van de EU gaan alleen over onderwerpen die meerdere lidstaten aangaat, bijv. het milieu. Hoe snel je in Nederland op de snelweg mag rijden, bepaalt ons parlement: dat gaat écht alleen over Nederland.
  • Een Nederlandse wet mag niet in strijd zijn met een EU-wet. 
  • Andersom kan dat wel: dan moet Nederland de wet aanpassen.

Slide 15 - Tekstslide

Een Europese grondwet?
  • In 2004 is besloten dat er een Europese grondwet zou komen. 
  • Hierover mochten de inwoners van Europa in een referendum beslissen.
  • Sommigen schrokken: zoveel macht voor Europa?!
  • De inwoners van Nederland en Frankrijk stemden tegen: de Europese grondwet kwam er niet. Er is dus nog geen 'Verenigde Staten van Europa'.

Slide 16 - Tekstslide

Wat merk je er zelf van?


  • De euro
  • Rechten als consument (garantie) 
  • Europees burgerschap (o.a. vrij reizen)
  • Mensenrechten (democratie)
  • Europese terreurbestrijding

Slide 17 - Tekstslide

VIDEO
NOS: 60 jaar het Verdrag van Rome

Rome het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ondertekend dat de basis vormt voor wat tegenwoordig de Europese Unie heet.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Toenemende kritiek EU

Vanaf 1990 groeit de weerstand tegen de toenemende Europese eenwording. o.a. door schuldencrisis Griekenland, vluchtelingencrisis en coronacrisis.
  • Europese burgers worden te weinig betrokken bij bestuur EU.
  • Democratische controle van Europese instellingen kan beter. 
  • Verlies zelfstandigheid individuele landen (verlies autonomie). 

Slide 20 - Tekstslide