Basis cursus psychiatrie deel 2

1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 9 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Goedemorgen!
Welkom bij dag 2 van de basiscursus psychiatrie

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Wet en regelgeving in de GGZ
  • Stemmingsstoornissen (manie en depressie)
  •  Angststoornissen
  • Persoonlijkheidsstoornissen
  • NAH
  • Verslavingen

Slide 4 - Tekstslide

Hoe is de GGZ georganiseerd?
  • Generalistische basis-GGZ (ZVW)
  • Gespecialiseerde GGZ (ZVW)
  • Jeugd GGZ (JW)

De huisarts is meestal degene die verwijst naar óf de generalistische basis-ggz óf de gespecialiseerde ggz.

Slide 5 - Tekstslide

Bekostiging
Zorgverzekeringswet

Van patiëntenprofiel, DBC, ZZP, DBBC

We gaan naar een nieuw model

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Wie werken er binnen de GGZ?

Slide 8 - Woordweb

Slide 9 - Video

Wat vinden jullie van verplichte zorg?

Slide 10 - Woordweb

Ernstig nadeel is (het aanzienlijke risico) dat:

de patiënt zichzelf of anderen in levensgevaar brengt, 
ernstig lichamelijk letsel toebrengt, 
ernstige psychische, materiële, 
immateriële of financiële schade toebrengt, 
ernstig verwaarloost of ‘maatschappelijk ten onder gaat’, 
of als zijn eigen ontwikkeling ernstig verstoord is of hij andermans ontwikkeling ernstig verstoort;
de veiligheid van de patiënt bedreigd wordt, al dan niet onder invloed van een ander;
het gedrag van de patiënt zo hinderlijk is dat het agressie van anderen oproept;
de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.


Slide 11 - Tekstslide

Ernstig nadeel is één van de criteria voor het verlenen van verplichte zorg. Verplichte zorg kan alleen opgelegd worden als deze zorg:
de enige manier is om het ernstige nadeel weg te nemen;
proportioneel is (in verhouding staat tot het op te lossen ernstig nadeel);
effectief is (resultaat oplevert).

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Korte pauze

Slide 14 - Tekstslide

Stemmingsstoornissen
Stemmingsstoornissen is een verzamelnaam voor psychische aandoeningen waarbij de gemoedstoestand of emoties ernstig verstoord zijn of niet passen bij de situatie waarin iemand zich verkeert. 

Slide 15 - Tekstslide

Stoornissen:
  1. Depressie
  2.  Dysthyme stoornis
  3. Manisch-depressieve stoornis

Slide 16 - Tekstslide

Depressie
Opdracht:
Ik verdeel jullie in 2 groepen

Groep 1: Zoek klachten(symptomen) die horen bij depressie.
Groep 2: Zoek behandelingen voor depressie.
timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

klachten bij depressie

Slide 18 - Woordweb

Behandelingen bij depressie

Slide 19 - Woordweb

Slide 20 - Video

Dysthyme stoornis
Een lichtere vorm van een chronische depressie is de dysthyme stoornis of dysthymie. Er wordt ook gesproken over een chronische persisterende depressie. Persisterend, of aanhoudend, omdat klachten minstens twee jaar duren. 

Bij een dysthyme stoornis kan degene die er aan lijdt, redelijk functioneren in het dagelijkse leven. De klachten zijn meestal niet al te ernstig en lang niet alle symptomen van depressie zijn van toepassing. Wel brengt deze aandoening vaak langdurige somberheid met zich mee, die vrijwel de hele dag voelbaar is. Het kan ook zijn dat de klachten er even een poosje niet zijn, maar dat duurt nooit lang.

Slide 21 - Tekstslide

Manisch-depressief (bipolair)
Een bipolaire stoornis of manisch-depressieve stoornis kenmerkt zich door voorkomen van ‘tegenovergestelde’ stemmingen. Depressieve periodes met ernstige somberheid en verlies van plezier en interesse in het leven worden afgewisseld met een uitgelaten of prikkelbare stemming en sterk verhoogde activiteit. Deze sterk wisselende stemmingen kunnen enkele uren, maar ook enkele dagen of langer aanhouden.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Manie
  • Weinig slapen
  •  Grootheidswaan
  • Snel en veel praten
  • Risicovol gedrag
  • Snel afgeleid
  • Overdreven zelfvertrouwen

Slide 24 - Tekstslide

Behandeling
  • Psycho educatie
  • Cognitieve therapie
  •  Psychomotore therapie
  • Medicatie

Slide 25 - Tekstslide

Lunch!

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

obsessieve compulsieve stoornis
Mensen met een obsessieve compulsieve stoornis (OCS) hebben last van dwanggedachten of dwanghandelingen. Dwanggedachten (obsessies) zijn steeds terugkerende ideeën of voorstellingen die zich aan iemand opdringen en hem of haar moeilijk loslaten. Zulke gedachten zijn ongewild en onplezierig. Dwanghandelingen (compulsies) zijn handelingen die steeds op een bepaalde manier moeten worden uitgevoerd, zogenoemde rituelen. Wanneer de handelingen niet op de vaststaande manier worden uitgevoerd, dan geeft dat veel spanning of angst.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Angststoornissen
Last van zenuwen, een knoop in je maag, of zweethanden in het vliegtuig. Iedereen heeft wel eens last van angst: het helpt ons om goed te reageren op mogelijk gevaar. Maar wat als angst niet meer weggaat? Of als je vaker erg angstig reageert op iets, waar je eigenlijk helemaal niet bang voor hoeft te zijn? Zoiets kan je leven flink veranderen.

Als angst zo heftig is dat het je dagelijks leven verstoort, dan noemen we dit een angststoornis.

Slide 30 - Tekstslide

Angst

Slide 31 - Woordweb

Slide 32 - Video

Persoonlijkheidsstoornissen
Ieder mens heeft een eigen persoonlijkheid. Dat betekent dat ieder mens bepaalde eigenschappen heeft en op een heel eigen manier reageert op situaties. Bij een persoonlijkheidsstoornis zijn bepaalde eigenschappen zo erg aanwezig dat je niet altijd goed kunt reageren op situaties. Je bent bijvoorbeeld extreem gevoelig voor kritiek, hebt heel erge bindingsangst of verlatingsangst, je doet dingen zonder na te denken, je bent erg afhankelijk, perfectionistisch of verlegen. Daardoor ontstaan verschillende problemen thuis, op school en/of op het werk.

Slide 33 - Tekstslide

Oorzaken en risico factoren
De oorzaken die bijdragen aan de ontwikkeling van een persoonlijkheidsstoornis zijn niet altijd even duidelijk en verschillen van persoon tot persoon. Vaak is er sprake van een aangeboren kwetsbaarheid (erfelijke aanleg of vroege ontwikkeling) in combinatie met negatieve levenservaringen of een omgeving die de psychische ontwikkeling ongunstig heeft beïnvloed.

Slide 34 - Tekstslide

Borderline
een aanhoudend patroon van instabiliteit in intermenselijke relaties, zelfbeeld en emoties, en duidelijke impulsiviteit.

Slide 35 - Tekstslide

Symptomen
  • Snel wisselende stemmingen
  •  Impulsief gedrag
  • Weinig zelfrespect
  • In uitersten denken
  • Zelfbeschadiging
  • Psychotische verschijnselen

Slide 36 - Tekstslide

Niet Aangeboren Hersenletsel

Slide 37 - Tekstslide

Wat is NAH?

Slide 38 - Woordweb

Is NAH een psychische ziekte?
Ja
Nee

Slide 39 - Poll

Neurocognitieve stoornis
Groot aantal verschillende oorzaken

Slide 40 - Tekstslide

Breuk in de levenslijn
Er is een tijd voor het hersenletsel en een tijd erna

Slide 41 - Tekstslide

Verslavingen
Voldoe je aan twee of drie criteria dan heb je een milde stoornis in het gebruik van middelen. Voldoe je aan vier of vijf criteria dan is er sprake van gematigde (moderate) stoornis en bij zes of meer symptomen is er sprake van een ernstige stoornis

Slide 42 - Tekstslide

11 criteria
  1. Vaker en in grotere hoeveelheden gebruiken dan je van plan was.
  2. Mislukte pogingen om te minderen of te stoppen.
  3. Het verkrijgen of gebruiken van het middel en het herstellen van gebruik kosten veel tijd.
  4. Sterk verlangen om te gebruiken.
  5. Door gebruik tekortschieten op het werk, school of thuis.
  6. Blijven gebruiken ondanks dat het problemen meebrengt in het sociale of relationele vlak.
  7. Door gebruik opgeven of sterk verminderen van hobby’s, sociale activiteiten of werk.
  8. Voortdurend gebruik, zelfs wanneer je daardoor in gevaar komt.
  9. Voortdurend gebruik ondanks weet hebben dat het gebruik lichamelijke of psychische problemen met zich mee brengt of verergert.
  10. Grotere hoeveelheden nodig hebben om het effect nog te voelen oftewel tolerantie.
  11. Het optreden van onthoudingsverschijnselen, die minder hevig worden door meer van de stof te gebruiken.

Slide 43 - Tekstslide

Wat ben je te weten gekomen over de organisatie van de GGZ in Nederland?

Slide 44 - Open vraag

Wat ben je te weten gekomen over depressie?

Slide 45 - Open vraag

Wat ben je te weten gekomen over bipolaire stoornis?

Slide 46 - Open vraag

Wat ben je te weten gekomen over borderline?

Slide 47 - Open vraag

Wat ben je te weten gekomen over angststoornissen?

Slide 48 - Open vraag