H3.3 Wind

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

H3 Wind

Leerdoelen H3.3

1. Ik weet wat een hoge- en een lagedrukgebied zijn en of de luchtdruk erbinnen hoger of lager is dan erbuiten.
   
2. Ik kan uitleggen wat de windrichting, windsnelheid en windkracht zijn.
   
3. Ik kan uitleggen hoe wind ontstaat.
   
4. Ik kan uitleggen waarom wind een afkoelend effect heeft.
   
5. Ik kan uitleggen waarom lucht een warmte-isolator is.
   
6. Ik kan beschrijven wat het verschil is tussen de echte temperatuur en de gevoelstemperatuur en uitleggen waarom deze verschillend kunnen zijn.

Luchtdruk

Luchtdruk meet je met een barometer. 

Verschilt van plaats tot plaats.

1013hPa = 1013 mbar

Isobaren

Dit zijn lijnen met gelijke luchtdruk.

Tussen elke isobaar zit een verschil van 5 mbar (= 5hPa)

Hoe dichter de isobaren bij elkaar, hoe slechter het weer en hoe meer wind.

Weer en luchtdruk

Hogedrukgebied: rustig en zonnig, zomer's kans op mist

Lagedrukgebied: wisselvallig weer, met veel wind en neerslag

Wind

- windrichting 

- windsnelheid in km/h of meter/s 

- windkracht (zie boek pag. 121)

<<<     weerbericht

Windrichting

Windrichting - Richting waar de wind vandaan komt (wordt bepaald met windvaan)

Je kunt de windsnelheid meten

 met een windsnelheidsmeter.

Windkracht  

Als je tegen de wind in moet fietsen, voel je de windkracht. Windkracht wordt gebruikt bij zeilen en surfen. Ook windmolens maken gebruik van windkracht. Door de kracht van harde wind kunnen zelfs grote bomen omwaaien.

Lucht isoleert (laat moeilijk warmte door)

'Gevoelstemperatuur'= echte temperatuur - effect van de wind

Gevoelstemperatuur

In de wind voelt het kouder omdat je huid sneller afkoelt.

Gevoeltstemperatuur is geen echte temperatuur.

Lucht als isolator

Wind brengt afkoeling

                             Huiswerk 

                                                                                Leren H3.3 en maken                                                                      opgaven 1 t/m 8