1THV herhaling ww -er

• Frans
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

les verbes -er        lessonup.app

leerdoelen

Na deze herhaling kun je:

--> regelmatige Franse werkwoorden op -er vertalen

--> deze werkwoorden op -er vervoegen
     (met behulp van de stam en de juiste uitgang)

ronde 1

vertaal deze werkwoordsvormen:

1. ik woon

2. jij luistert

3. wij vragen

4. hij speelt

5. zij geven (mmv)

ronde 1

antwoorden:

1. j'habite

2. tu écoutes

3. nous demandons

4. il joue

5. ils donnent

Regelmatige ww op -er

De meeste werkwoorden in het Frans eindigen op -ER. 

Bijvoorbeeld:

• danser
• travailler
• donner

Bijna al deze ww worden op dezelfde manier vervoegd.
Dit noemen we daarom de regelmatige werkwoorden op -er. 

De stam

De stam van het werkwoord maak je door -ER van het hele werkwoord af te halen.
Later plak je hier de uitgangen achter.

Bijvoorbeeld:

parler --> parl

danser --> dans

Wat is de stam van habiter?

Wat is de stam van travailler?

Wat is dit voor ezelsbruggetje?

je (ik)	+ e
tu (jij)	+ es
il (hij)	+ e
elle (zij)	+ e
on (men/we)	+ e
nous (wij)	+ ons
vous (jullie/u)	+ ez
ils (zij, mnl)	+ ent
elles (zij, vrl)	+ ent

UITGANGEN

van de 

werkwoorden

op

-ER

je
tu
il
elle
on
nous
vous
ils
elles

koppel de juiste uitgang

e

ent

ons

e

es

e

ez

ent

e

donner - tu ...

1. donner
2. donne
3. donnes
4. donnons

demander - nous ...

1. demandez
2. demandent
3. demandons
4. demande

manger - je ...

1. manger
2. mangez
3. manges
4. mange

danser - Michelle ...

1. dansons
2. danses
3. danse
4. dansez

parler - les filles ...

1. parlez
2. parlons
3. parlent
4. parle

danser	dansen
je / j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles

Sleep de vervoegingen naar de juiste persoon:

danse

dansent

dansons

danse

danses

dansez

vertaal:
hij praat

1. il parles
2. il parlons
3. il parler
4. il parle

vertaal:
jij werkt

1. tu travailles
2. tu cherches
3. tu habites
4. tu commences

   onthouden:

zie de rijtjes op de volgende slides >
leer dia 21 en check jezelf bij dia 22

- uitgangen

- vertalingen

tip: oefen ook op studygo

stam maken:
hele werkwoord min -er
uitgangen:
je stam+e
tu stam+es

il/elle/on stam+e
nous stam+ons
vous stam+ez
ils/elles stam+ent

jouer

demander

parler

danser

travailler

commencer

donner

écouter

habiter 

aimer

stam maken:
hele werkwoord ......
uitgangen:
je stam+....
tu stam+....

il/elle/on stam+....
nous stam+....
vous stam+....
ils/elles stam+....

spelen

vragen

praten

dansen

werken

beginnen

geven

luisteren

wonen 

houden van

ronde 2

vertaal deze werkwoordsvormen:

1. jij vraagt

2. ik praat

3. jullie dansen

4. zij woont 

5. wij werken

ronde 2

antwoorden:

1. tu demandes

2. je parle

3. vous dansez

4. elle habite

5. nous travaillons

Ik ken de regel om regelmatige werkwoorden op -er te vervoegen.

😒🙁😐🙂😃