Bingo quiz

Vraag 1:
Piet wil graag een tweedehands auto kopen. Via Marktplaats heeft hij een prachtige blauwe Peugeot gevonden, voor een klein prijsje. Wanneer hij een kijkje gaat nemen bij de verkoper van deze auto, vertelt de verkoper dat de auto zo goed als nieuw is en dat er amper in is gereden. In deze situatie is er sprake van:

A
Averechtse selectie
B
Asymmetrische informatie
C
Sociale zekerheid
D
Een principaal en zijn agent
1 / 16
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Vraag 1:
Piet wil graag een tweedehands auto kopen. Via Marktplaats heeft hij een prachtige blauwe Peugeot gevonden, voor een klein prijsje. Wanneer hij een kijkje gaat nemen bij de verkoper van deze auto, vertelt de verkoper dat de auto zo goed als nieuw is en dat er amper in is gereden. In deze situatie is er sprake van:

A
Averechtse selectie
B
Asymmetrische informatie
C
Sociale zekerheid
D
Een principaal en zijn agent

Slide 1 - Quizvraag

Vraag 2:
Persoon A en B worden
beide door de politie apart
verhoord, wat is de verwachte uitkomst en welke stelling is juist (hoe lager het getal, hoe beter)?
A
Allebei zwijgen en er is geen Nash-evenwicht
B
Allebei zwijgen en er is wel een Nash-evenwicht
C
Allebei bekennen en er is geen Nash-evenwicht
D
Allebei bekennen en er is wel een Nash-evenwicht

Slide 2 - Quizvraag

Vraag 3:
De NS laat meer treinen rijden tussen Utrecht en Eindhoven. Wat is hier zeker een positief extern effect van?
A
Langer wachten voor de spoorbomen in Vught
B
Veranderde treintijden voor de sprinters op hetzelfde traject
C
Minder vervuiling
D
Kortere wachttijden op dit traject

Slide 3 - Quizvraag

Vraag 4:
Welke stelling is juist? (Hoe hoger het getal, hoe beter)
A
Alleen Speler 1 heeft een dominante strategie
B
Alleen Speler 2 heeft een dominante strategie
C
Beide spelers hebben een dominante strategie
D
Beide spelers hebben geen dominante strategie

Slide 4 - Quizvraag

Vraag 5:
Burger King maakt een nieuwe reclame voor vijf kipnuggets voor één euro. McDonald’s besluit nu om een reclame te maken voor zes kipnuggets voor één euro. Dit is een:
A
Simultaan spel
B
Sequentieel spel
C
Zelfbinding
D
Dominante strategie

Slide 5 - Quizvraag

Vraag 6:
Het is winter en vannacht heeft het gevroren. Hendrik ziet er nu ongelofelijk tegen op om met de auto naar zijn werk te gaan. Gelukkig is er wel gestrooid. Het strooien van zout op de wegen is een voorbeeld van een:
A
Individueel goed
B
Quasi-collectief goed
C
Collectief goed
D
Niet-collectief goed

Slide 6 - Quizvraag

Vraag 7:
Er wordt een hek gebouwd in het dorp van Jan. De buren van Jan zijn hier heel blij mee en vinden de bouw van dit hek ook erg belangrijk. De buren van Jan betalen daarom ook voor dit hek. Jan betaalt niet. Hij denkt: als mijn buren al voor dit nieuwe hek gaan betalen, waarom zou ik dan ook nog gaan betalen? Dit is een typisch voorbeeld van meeliftersgedrag, maar hoe kan meeliftersgedrag voorkomen worden?

A
Als de buren van Jan, Jan dwingen om ook mee te betalen
B
Door belasting
C
Door gedwongen belastinginning door de overheid
D
Als Jan betaalt voor een andere nieuwe voorziening in het dorp

Slide 7 - Quizvraag

Vraag 8:
In welke situatie wordt er een berovingsprobleem beschreven?
A
Philips investeert in Rosanna, een werknemer bij Philips, door middel van een cursus. Hierdoor kan Rosanna hogerop komen. Na een jaar neemt Rosanna ontslag.
B
Philips ontslaat Rosanna, een werknemer bij Philips, waardoor er bij Philips een personeelstekort ontstaat. Wel bespaart Philips op deze manier geld voor een nieuw project
C
Philips koopt een werknemer van het bedrijf Sony over.
D
Philips onderhandelt met Sony. Philips wil dat Sony nog een maand wacht met het uitbrengen van hun nieuwe televisie. Philips probeert een deal te sluiten door aan Sony geld te geven

Slide 8 - Quizvraag

Vraag 9:
Wat is een gedomineerde strategie?
A
Een strategie die altijd wordt gekozen, omdat deze strategie een nog beter resultaat oplevert dan de dominante strategie
B
Een strategie die nooit zal worden gekozen, omdat deze strategie een slechter resultaat oplevert dan alle andere strategieën.
C
De strategie die overblijft als er geen dominante strategie is
D
Een gedomineerde strategie is hetzelfde als een dominante strategie

Slide 9 - Quizvraag

Vraag 10:
Bakker Bart belooft aan Bakker Hendrik, door middel van een waterdicht contract, om zijn prijzen voor het komende jaar met 5% te verlagen. Als reactie hierop verlaagt Bakker Hendrik zijn prijzen met 10% voor het komende jaar. Als Bakker Bart zich niet aan deze belofte houdt en zijn prijzen nu gaat verlagen met 15%, en er dus een prijzenoorlog ontstaat, is er sprake van:
A
Zelfbinding
B
Het verbreken van zelfbinding
C
Een dominante strategie
D
Het ontbreken van een dominante strategie

Slide 10 - Quizvraag

Vraag 11:
Joshua gaat een avondje stappen met zijn vrienden Jean-Claude, Ashley en Prince. Van te voren besluiten zij om de kosten te gaan delen. Joshua drinkt twee glazen sinas en al zijn vrienden drinken drie baco’s. Joshua is goedkoper uit, maar toch staat hij achter de keuze om de kosten te delen. Dit is een voorbeeld van:
A
Zelfbinding
B
Dominante strategie
C
Anti asociaal gedrag
D
Sociale normen

Slide 11 - Quizvraag

Vraag 12:
In de volgende tabel staat de opbrengstenmatrix van twee kledingwinkels wanneer zij wel een winter-uitverkoop houden, of niet. Welk vakje geeft het Nash-evenwicht aan (hoogste getal is het beste)? Het gaat hier om een simultaan spel.

A
Hokje A
B
Hokje B
C
Hokje C
D
Hokje D

Slide 12 - Quizvraag

Vraag 13:
Burger King staat erom bekend zijn werknemers te weinig te betalen. De consumenten zijn hiervan op de hoogte en zullen voortaan naar de McDonald’s gaan. Wat zal Burger King voortaan doen en hoe heet dit proces:
A
Het verbeteren van de werkomstandigheden en daarmee zorgen voor een betere reputatie
B
Het verlagen van de loonkosten en daarmee de winst verhogen
C
Het verlagen van de prijzen om klanten te lokken
D
Het verbeteren van de producten zodat de klandizie verhoogt

Slide 13 - Quizvraag

Vraag 14:
Is er sprake van een gevangenendilemma?
A
Nee, want de uitkomst is optimaal
B
Nee, want de korting geldt alleen op vrijdag
C
Ja, want er is een suboptimaal Nash-evenwicht
D
Ja, want ze hebben beide een dominante strategie

Slide 14 - Quizvraag

Vraag 15:
Wat kunnen de bedrijven uit de vorige vraag doen om toch tot de optimale uitkomst (maximale winst) te komen?
A
Geen afspraken met elkaar maken en kiezen voor wel korting geven
B
Geen afspraken met elkaar maken en kiezen voor geen korting geven
C
Afspraken met elkaar maken om beiden wel korting te geven
D
Afspraken maken met elkaar om beiden geen korting te geven

Slide 15 - Quizvraag

Vraag 16:
Wyona gaat kijken naar een voetbalwedstrijd tussen Ajax en Feyenoord. Ajax wint en er ontstaat een rel. Feyenoordsupporters maken de tribunes kapot en steken vuurwerk af. Dit is een voorbeeld van:
A
Positieve externe effecten
B
Negatieve externe effecten
C
Economische effecten
D
Sociale normen

Slide 16 - Quizvraag