In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
A4 WA H10 voorkennis
Slide 1 - Tekstslide
Planning van deze les
Terugkijken naar de vorige les
Uitleg nieuwe leerdoelen
Werken aan hw als er tijd over is.
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoel van de vorige les
Hoofdstuk 10 paragraaf 4
Werken met logaritmen
Ik kan waarden bij een logaritmische schaalverdeling aflezen.
Slide 3 - Tekstslide
Geef de coördinaten van het punt E.
Slide 4 - Open vraag
Geef de coördinaten van het punt F.
Slide 5 - Open vraag
Leerdoel van deze les
Hoofdstuk 10 paragraaf 4
Werken met logaritmen
Ik kan een formule opstellen bij een rechte lijn op logaritmisch papier.
Slide 6 - Tekstslide
Bij de lijn hiernaast hoort de formule log(N)=3,25-0,325t. (er is dus een lineair verband tussen log(N) en t). Met welke rekenregel is dit te herleiden naar deze vorm?
N=103,25−0,325t
Slide 7 - Open vraag
Herleid de formule
Tot de vorm
N=103,25−0,325t
N=b⋅gt
Slide 8 - Open vraag
Er is dus een lineair verband tussen
log(N) en t, vandaar de rechte lijn bij
de logaritmische schaalverdeling.
Bij een rechte lijn in een assenstelsel met een logaritmische schaalverdeling op de verticale as hoort een exponentieel verband.
log(N)=3,25−0,325t
N=1778⋅0,473t
Slide 9 - Tekstslide
In de figuur hiernaast staat hoe vaak per 10 000 jaar (f) een bepaalde waterhoogte W in meters boven NAP wordt bepaald. Waarom is hier bij zowel Hoek van Holland als Vlieland sprake van een exponentieel verband?
Slide 10 - Open vraag
In de figuur hiernaast staat hoe vaak per 10 000 jaar (f) een bepaalde waterhoogte W in meters boven NAP wordt bepaald.
Stel een formule op bij de lijn van Hoek van Holland (HvH).
Slide 11 - Open vraag
Huiswerk voor deze paragraaf
Zorg dat je de volgende leerdoel beheerst:
Ik kan een formule opstellen bij een rechte lijn op logaritmisch papier.
Maak dan opdrachten 58 t/m 61 van paragraaf 4 van hoofdstuk 10.