Ze hebben meestal informele en vaak persoonlijke elementen. Zo komt er vaak het woord ‘ik’ in voor.
Ook wordt er vaak een persoonlijk standpunt ingenomen.
Columnisten willen hun lezers tegelijkertijd informeren en amuseren.
Een columnist hoopt te bereiken dat zijn of haar publiek na het lezen van een column op een andere manier interesse krijgt voor het onderwerp, of anders tegen een bepaalde kwestie aan gaat kijken en/of zijn gedrag gaat veranderen.
Slide 2 - Tekstslide
Ingezonden brief
Met een ingezonden brief reageer je in een krant of tijdschrift op een actuele gebeurtenis of een artikel uit de krant of het tijdschrift. Het is een mooie uitlaatklep voor zaken waarover je je kwaad hebt gemaakt. Met je brief wil je de lezers overtuigen van jouw standpunt.
Een goede ingezonden brief heeft de bekende indeling inleiding – middenstuk – slot.
Slide 3 - Tekstslide
Tekstverband en signaalwoorden?
Wat hebben die alinea's met elkaar te maken?
Is het een tegenstelling?
een opsomming?
een voorbeeld?
Slide 4 - Tekstslide
Opsomming
Signaalwoorden: en, ook, verder, ten eerste/ten tweede, in de eerste plaats/in de tweede plaats, daarnaast, bovendien, vervolgens, ten slotte, als laatste.
Voorbeeld: daarnaast houd ik ook veel van boerenkool en vissticks.
Signaalwoorden: omdat, want, namelijk, daarom, aangezien, op grond van, immers, om die reden.
Voorbeeld: om die reden is hij mijn minst favoriete docent.
Daarom is hij mijn favoriete docent
Slide 7 - Tekstslide
Voorbeeld
Signaalwoorden: bijvoorbeeld, zo, ter illustratie, dat wil zeggen, zoals, onder andere.
Voorbeeld: in het weekend maak ik nooit huiswerk. Ik doe dan alleen leuke dingen, zoals afspreken met vrienden, gamen en boeken lezen.
Slide 8 - Tekstslide
Conclusie
Signaalwoorden: dus, concluderend, daardoor, hieruit volgt, vandaar dat, uit dit alles blijkt.
Voorbeeld: [...] dus de docent moet de deadline voor de toets maar even uitstellen.
Slide 9 - Tekstslide
Tekstdoelen?
Weten we het nog?
activeren om je actief te maken, iets te laten doen, kopen, geven....
Amuseren om je te laten lachen, om je iets leuks/grappigs te laten lezen.
Informeren om je informatie te geven.
Overtuigen om je mening te laten horen.
Slide 10 - Tekstslide
Hoofdgedachte?
Meestal staat de hoofdgedachte in de inleiding of in het slot van de tekst. De hoofdgedachte is nooit een vraag. Meerdere teksten met een andere hoofdgedachte, kunnen wel hetzelfde onderwerp hebben.
Slide 11 - Tekstslide
Het belangrijkste wat over het onderwerp wordt geschreven is de hoofdgedachte van de tekst. De hoofdgedachte geeft antwoord op de vraag: 'Wat is het onderwerp en wat wordt er over het onderwerp gezegd? '. Vaak kan de hoofdgedachte in één zin worden weergeven.