H2 Media oefenen

Oefentoets H2 Media
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Oefentoets H2 Media

Slide 1 - Tekstslide

Wat is wél massamedia ?
A
B
C
D

Slide 2 - Quizvraag

Bij communicatie is er altijd sprake van een..... en een.....?

A
Prater en ontvanger
B
Zender en ontvanger
C
Geheime zender en radio

Slide 3 - Quizvraag

Openbare communicatie waarbij grote groepen mensen worden bereikt?
A
Massamedia
B
Massa-communicatie

Slide 4 - Quizvraag

Gisteren is de stroom in Congo uitgevallen. Waarom niet in het nieuws?
A
Niet actueel
B
Niet bijzonder
C
NIet dichtbij

Slide 5 - Quizvraag

Hoe verdienen commerciele zenders hun geld?
A
Door het verkopen van programma's aan andere zenders.
B
Door het verhuren van presentatoren aan programma's.
C
Door het uitzenden van reclames
D
Door het verkopen van televisiegidsen

Slide 6 - Quizvraag

Als informatie expres wordt weggelaten, dan heet dat...
A
censuur
B
indoctrinatie

Slide 7 - Quizvraag

Ik post een selfie omdat ik een nieuw kapsel heb. Ik gebruik media voor
A
Ontspanning
B
Informatie
C
Identiteit
D
Contacten

Slide 8 - Quizvraag

Wanneer ben je mediawijs?
timer
1:00

Slide 9 - Open vraag

Er zijn commerciële omroepen en publieke omroepen. Wat is een verschil?

Publieke omroepen:

A
hebben als doel geld te verdienen.
B
krijgen al hun geld uit reclame-inkomsten.
C
ontvangen geld van de overheid.
D
zenden geen reclame uit.

Slide 10 - Quizvraag

Zijn deze uispraken objectief of subjectief?

I. Sigaretten bevatten nicotine en teer.
II. Maatschappijleer is het leukste vak op school.
A
I en II zijn objectief
B
I is objectief, II is subjectief
C
I is subjectief, II is objectief
D
I en II zijn subjectief

Slide 11 - Quizvraag

Hoe kan je ontdekken of een nieuwsbericht geen fake nieuws/ nepnieuws is? Meerdere antwoorden zijn goed.
A
Door te checken of het ook bij de NOS wordt genoemd
B
of het reëel is
C
Door navraag te doen bij andere mensen
D
door op facebook te kijken of er nog meer te vinden is over het onderwerp

Slide 12 - Quizvraag

Zijn deze uitspraken juist of onjuist?

1. Als een journalist een bericht wil plaatsen dat schadelijk is voor Nederland, dan mag een minister dat bericht stoppen.
2. Persvrijheid is vastgelegd in de Nederlandse grondwet.

A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
1 en 2 zijn beide juist
D
1 en 2 zijn beide onjuist.

Slide 13 - Quizvraag

Subjectieve waarneming: zie je een jonge vrouw of een oude vrouw?
waarneming

Slide 14 - Tekstslide

Leg aan de hand van de afbeelding op de vorige slide uit wat selectieve waarneming is.

Slide 15 - Open vraag

Zijn deze uitspraken juist of onjuist?

In de Mediawet staat:
1. Dat influencers bij gesponserde posts altijd moeten aangeven dat het om reclame gaat.
2. Dat publieke omroepen geen programma's mogen onderbreken voor reclame.
A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
1 en 2 zijn beide juist
D
1 en 2 zijn beide onjuist.

Slide 16 - Quizvraag

Wat bedoelen we met mediasamenleving?
A
Een samenleving waarin media een centrale rol speelt
B
Een samenleving zonder media-invloed
C
Een samenleving met enkel traditionele media
D
Een samenleving zonder communicatiemiddelen

Slide 17 - Quizvraag

Wel of geen medium/media?

Slide 18 - Sleepvraag

Journalisten van de publieke omroep moeten zich aan hoor- wederhoor houden. Wat is dat?
A
Alle partijen aan het woord gelaten
B
Objectief zijn in de berichtgeving
C
Subjectief zijn in de berichtgeving
D
Neutraal zijn in de berichtgeving

Slide 19 - Quizvraag

Oude media 
Nieuwe media
Sociale media

Slide 20 - Sleepvraag

Er zijn commerciële omroepen en publieke omroepen. Wat is een verschil?

Publieke omroepen:

A
hebben als doel geld te verdienen.
B
krijgen al hun geld uit reclame-inkomsten.
C
ontvangen geld van de overheid.
D
zenden geen reclame uit.

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een gevolg van gebrek aan persvrijheid?
A
Journalisten komen in de problemen
B
Niet onafhankelijke rechters
C
Politieke rol voor de militairen
D
Vrije meningsuiting

Slide 22 - Quizvraag

Welke maatschappelijke functie heeft whatsapp vooral?
A
Informatieve functie
B
controlefunctie
C
waakhondfunctie
D
socialiserende functie

Slide 23 - Quizvraag

Einde van de toets

Slide 24 - Tekstslide