herhalen H3 3M zonder vragen

• Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 3

wat gaan we doen

• theorie herhalen
  
• Maken testjezelf op laptop/samenvatting

Doelen 3.1

• Verschillende tussen homogeen en heterogeen mengsel
• Voorbeelden van homogeen en heterogene mengsel benoemen
• Weten hoe je mengsels kunt scheiden
  

Hetrogene mengse

Een emulsie is een vloeistof waarin 

druppeltjes van een andere vloeistof zweven.

Hetrogene mengsels

Een suspensie is een vloeistof waarin kleine brokjes van een vaste stof zweven. 

Hetrogene mengsels 

Rook, nevel en schuim

• Rook is een mengsel van een gas met een vaste stof
• Nevel is een mengsel van een gas waar fijne vloeistofdeeltjes in zweven.
• Schuim is een mengsel van gasbellen die zijn omgeven door een vaste stof of vloeistof. 

Homogene mengsels

Een voorbeeld van een homogeen mengsel is een oplossing. 

Een oplossing is een vaste stof, 

een vloeistof of een gas gemengd

met een vloeistof. 

§3.1

Homogene mengsels

Moeilijk te scheiden (duur)

Heterogene mensgels

Makkelijk te scheiden (goedkoop)

§3.1

Mengsels scheiden

Als je de zuivere stoffen uit mengsels wilt halen, moet je op zoek naar verschillen in stofeigenschappen tussen die gemengde stoffen. 

Doelen 3.2

• rekenen aan de concentratie van een stof
• rekenen met massapercentage 
• rekenen met volumepercentage 

3.2 concetratie

Op een pak appelsap staat dat er 11 g suiker in 100 mL is opgelost. In een normaal drinkglas schenk je meestal 250 mL. Hoeveel suiker drink je dan? 

2 Manieren om dit uit te rekenen:

1. verhoudingstabel

2. kruistabel 

3.2 

Als je het gehalte van een vaste stof in een vast mengsel wilt bepalen, gebruik je meestal het massapercentage (massa%).

Op het etiket van melkchocolade staat bijvoorbeeld dat er 49 g suiker in 100 g chocolade

 zit. Het suikergehalte is

dan 49 massa%.

3.2

In het dagelijks leven gebruik je voor het gehalte in vloeibare en gasvormige mengsels meestal het volumepercentage (vol.%).

                                                                                               %

​geheel​​deel​​⋅100

Overzicht formules 

.

                                                                                                                

                                                                                                                 %

​geheel​​deel​​⋅100

Doelen 3.3

• Uitleggen wat bezinken en afschenken is
• Uitleggen wat filtreren is 
• Verschillende soorten filters kunnen benoemen 

Bezinken en afschenken

Werkt het beste als de deeltjes in de suspensie groot zijn.

Er gaat altijd iets van de vaste stof weg.

Bezinken en afschenken is niet erg nauwkeurig.

• Bezinken: naar beneden zakken van een vaste stof in een suspensie.
• Afschenken: afgieten van de vloeistof na bezinken.

Filtreren

Een snelle en nauwkeurige manier om een suspensie te scheiden is filtreren. Je gebruikt dan een filter. 

• De vaste deeltjes van de suspensie blijven achter in het filter, dit noemen we het residu.
• De vloeistof die door het filter heen gaat noemen we het filtraat (altijd helder).
• De vaste deeltjes zijn groter dan de vloeistofdeeltjes (deeltjesgrootte).

Doelen 3.4

• Uitleggen wat destilleren en indampen is
• Weten wanneer je moet indampen en wanneer destilleren
• Onderdelen van destillatie opstelling benoemen 
  

3.4

Mengsels scheiden op kookpunt
Zeewater (zout + water) Water kookt bij 100°C  
Zout bij 1464 °C

Binas tabel met kookpunten

3.4

Opstelling indampen 

Indampen oplossing van vaste stof met vloeistof 

3.4

Scheiden van vloeistoffen

Destilleren 

3.4

Verschil indampen destilleren

Indampen --> je haalt stof met laagste kookpunt die raak je "kwijt" stof met hoogste kookpunt blijft achter

Destilleren --> stof met laagste kookpunt vang je op overige mengsel blijft ook bewaard 

Doelen 3.5

• Uitleggen wat adsorberen is en hoe het werkt
• Uitleggen wat exteraheren is en hoe het werkt 

Extraheren

Scheiden van elk soort mengsel

Voornamelijk bij vaste stoffen scheiden 

Extraheren

To extract = ergens iets uit trekken

Berust op verschil in oplosbaarheid

Oplosmiddel = extractiemiddel

Ene vaste stof lost op andere niet 

Extractie

Koffie of thee zetten

Adsorberen

Berust op het verschil in aanhechtingsvermogen

Gebruikt bij scheiden homogene mengsels 

Actieve kool

lost niet op in water

= adsorptiemiddel

kan kleurstof uit oplossing halen 

Doelen 3.3

• Uitleggen wat bezinken en afschenken is
• Uitleggen wat filtreren is 
• Verschillende soorten filters kunnen benoemen 

Bezinken en afschenken

Werkt het beste als de deeltjes in de suspensie groot zijn.

Er gaat altijd iets van de vaste stof weg.

Bezinken en afschenken is niet erg nauwkeurig.

• Bezinken: naar beneden zakken van een vaste stof in een suspensie.
• Afschenken: afgieten van de vloeistof na bezinken.

Filtreren

Een snelle en nauwkeurige manier om een suspensie te scheiden is filtreren. Je gebruikt dan een filter. 

• De vaste deeltjes van de suspensie blijven achter in het filter, dit noemen we het residu.
• De vloeistof die door het filter heen gaat noemen we het filtraat (altijd helder).
• De vaste deeltjes zijn groter dan de vloeistofdeeltjes (deeltjesgrootte).

Andere filters

• Roetfilter in dieselauto's, verwijderen roet en fijnstof dat ontstaat bij de verbranding van diesel. Roet en fijnstof is vervelend voor mensen met astma.
• Mondkapje: de vraag is vooral 'Blijft het coronavirus leven in grote druppels of in fijn verdeelde druppels (earosolen)'?

Aan het werk 

Testjezelf van alle paragrafen maken (op laptop) of samenvatten