Herhaling 5.2 K

Vandaag
  • Jas uit / spullen op tafel / telefoon in de telefoontas
  • Herhaling 5.2 via LessonUp
  • Uitleg tweede gedeelte 5.2
  • Aan de slag 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vandaag
  • Jas uit / spullen op tafel / telefoon in de telefoontas
  • Herhaling 5.2 via LessonUp
  • Uitleg tweede gedeelte 5.2
  • Aan de slag 

Slide 1 - Tekstslide

Noem een arbeidsmotief.

Slide 2 - Open vraag

Tertiair
Quartair
Primair
Secundair
Bedrijven die onbewerkte grondstoffen en voedsel uit de natuur halen.
Bedrijven die diensten verlenen om winst te behalen.
Bedrijven die diensten verlenen zonder winst te willen behalen.
Bedrijven die grondstoffen gebruiken om te produceren.

Slide 3 - Sleepvraag

Tertiair
Quartair
Primair
Secundair
Niet-commerciële dienstverlening
Landbouw
Industrie
Dienstensector

Slide 4 - Sleepvraag

Tertiair
Quartair
Primair
Secundair

    veehouder

 winkelier

 brandweer

     bakker

Slide 5 - Sleepvraag

Geef aan: juist of onjuist
I: Een vakkenvuller is een voorbeeld van geschoold werk.
II: Een arts is geen voorbeeld van ongeschoold werk.
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Aan het einde van de les weet je..
  1. Wat arbeidsverdeling is.
  2. Wat een zzp'er is. 

Slide 7 - Tekstslide

Wie doet wat?
In een bedrijf, bijvoorbeeld een supermarkt, zijn de taken verdeeld. Elke werknemer doet waar hij goed in is. Dit noem je arbeidsverdeling
Wat zijn de voordelen van arbeidsverdeling?
Je kunt onderscheid maken tussen leidinggevend en uitvoerend werk

Slide 8 - Tekstslide

Wie doet er uitvoerend werk en wie leidinggevend werk?
Bart is vrachtenwagenchauffeur.
Dion is bedrijfsleider.
Soraya heeft haar eigen bedrijf.

A
U - U - U
B
U - U - L
C
U - L - L
D
L - L - L

Slide 9 - Quizvraag

Werken voor jezelf
De meeste mensen met een betaalde baan zijn als werknemer in loondienst. Maar je kunt ook zelfstandig ondernemer worden. Dat is iemand die met een eigen bedrijf zijn of haar inkomen verdient. Mensen die ene bedrijf beginnen starten vaak als zzp'er. Een zzp'er heeft meestal een eenmanszaak.

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Je gaat aan de slag met de opdrachten op pagina 136 en 137!
  • Klaar? Nakijken!
  • Dit is je huiswerk voor de komende les!

Slide 11 - Tekstslide