Startles

Weet je het nog?
-persoonlijk vnw (ik, jij, hij etc.)
- vervoeging SER, wanneer gebruiken we dit?
- vervoeging ESTAR, wanneer gebruiken we dit?
- vervoeging TENER + IR
- vervoeging regelmatige werkwoorden
- dagen van de week
- presente perfecto 
timer
10:00
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Weet je het nog?
-persoonlijk vnw (ik, jij, hij etc.)
- vervoeging SER, wanneer gebruiken we dit?
- vervoeging ESTAR, wanneer gebruiken we dit?
- vervoeging TENER + IR
- vervoeging regelmatige werkwoorden
- dagen van de week
- presente perfecto 
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

IK
JIJ
HIJ
ZIJ
U
WIJ
JULLIE
ZIJ MV
VOSOTROS
ELLA
YO
ÉL
USTED
ELLOS
NOSOTROS

Slide 2 - Sleepvraag

VERVOEGING SER

Slide 3 - Woordweb

GEBRUIK SER

Slide 4 - Woordweb

Mis padres (ser)_____de Holanda.

Slide 5 - Open vraag

Yo (ser)_____una chica simpática.

Slide 6 - Open vraag

Michael, ¿(ser)_____eres un chico deportivo?

Slide 7 - Open vraag

Vervoeging ESTAR

Slide 8 - Woordweb

Gebruik ESTAR

Slide 9 - Woordweb

Madrid (estar)_____en el centro de España.

Slide 10 - Open vraag

Tú y yo (estar)______en el OVC.

Slide 11 - Open vraag

Mis amigos (estar)______de vacaciones en Peru.

Slide 12 - Open vraag

IR / TENER

Slide 13 - Woordweb

Yo (tener)_____18 años.

Slide 14 - Open vraag

Tú (tener)_____muchas amigas.

Slide 15 - Open vraag

Mi hermana y yo (ir)____a ir de tiendas.

Slide 16 - Open vraag

Yo (ir)_____a hacer deportes.

Slide 17 - Open vraag

YO
ÉL/ELLA/
USTED
NOSOTROS
VOSOTROS
ELLOS/ELLAS
USTEDES
-o
-es/-as
-a/-e
-amos/-emos/-imos
-áis/éis/-ís
-an/-en

Slide 18 - Sleepvraag

Ana (hablar)____español.
A
hable
B
hablan
C
habla
D
hablas

Slide 19 - Quizvraag

Chris y Rob (eschuchar)_____música.
A
escuche
B
escuchan
C
escucháis
D
eschamos

Slide 20 - Quizvraag

Yo (escribir)______una carta.

Slide 21 - Open vraag

Tú (beber)_____una coca cola.

Slide 22 - Open vraag

MA
DI
WOE
DO
VRIJ
ZA
ZO
miércoles
martes
sábado
lunes
jueves
viernes
domingo

Slide 23 - Sleepvraag

Presente perfecto

Slide 24 - Woordweb

Onregelmatige ww
Presente Perfecto

Slide 25 - Woordweb

Hoy yo (hablar)____con mi profesora.
A
ha hablado
B
he hablado
C
has hablado
D
tengo hablado

Slide 26 - Quizvraag

Tu no (hacer)_____los deberes.

Slide 27 - Open vraag

Vosotros (trabajar)_____en el supermercado.

Slide 28 - Open vraag

Mis padres (ir)____de vacaciones.

Slide 29 - Open vraag

De broer
timer
0:10
A
el hermano
B
la hermana
C
el padre
D
el tío

Slide 30 - Quizvraag

Hoy
timer
0:10
A
hoi
B
er is/er zijn
C
nog
D
vandaag

Slide 31 - Quizvraag

Luisteren
timer
0:10
A
hablar
B
escribir
C
decir
D
escuchar

Slide 32 - Quizvraag